Gezondheid

Meer belangstelling voor geitenziekten die abortus veroorzaken

Sinds de uitbraak van Q-koorts bij mensen, is er in Nederland steeds meer belangstelling voor besmettelijke ziekten die abortus veroorzaken bij schapen en geiten. Dat schrijft René van den Brom, specialist gezondheidszorg kleine herkauwers bij de GD, in vakblad Veehouder & Veearts.
Wanneer men vermoedt dat een dierziekte of -kiem risico’s geeft voor de mens, worden vragen hierover gezamenlijk door de veterinaire en humane genees­kunde onderzocht. Zo ook in 2011 toen het schmallenbergvirus (SBV) werd aan­getoond. Dit virus zorgde voor de geboorte van misvormde lammeren. Meteen werd toen de vraag gesteld of het wellicht een van dier op mens overdraagbare aandoening (zoönose) betrof. Deze vraag was niet zo gek, aangezien in dezelfde groep van virussen, de Bunya­viridae, het Cache Valley-virus voor ziekte bij mens en dier kan zorgen. Deze vraag leidde in het voorjaar van 2012 tot een onderzoek waarbij 300 personen die contact hadden gehad met misvormde lammeren werden onderzocht op het voorkomen van het SBV. Uiteindelijk bleek dat geen van deze personen afweerstoffen had opgebouwd tegen het SBV. Hiermee was snel na het ontdekken van het nieuwe virus vast komen te staan dat het geen zoönose is. Later in 2012 werd een deskundigenberaad, waarin artsen en dierenartsen zijn vertegenwoordigd, gehouden over Chlamydia abortus. Chlamydia abortus is een van de meest aangetoonde oorzaken van abortus bij schapen en geiten in Nederland. Deze bacterie is met name gevaarlijk voor zwangere vrouwen, maar kan ook zorgen voor luchtwegproblemen bij mensen. Het deskundigenberaad concludeerde dat Chlamydia abortus een verwaarloosbaar risico vormt voor de volksgezondheid, maar wel voor erfbetreders, zoals veehouders, gezinsleden, dierenartsen en overige bezoekers, met name tijdens de zwangerschap. Het deskundigenberaad adviseert gezien het belang van tijdig inzicht in potentiële bronnen, mede in het licht van de mogelijk aafnemende meldingsbereidheid van veehouders, om acties te ondernemen om de meldingsbereidheid te vergroten.
Deze voorbeelden laten zien dat het belang van abortusdiagnostiek niet alleen is om actie te ondernemen vanuit een bedrijfseconomisch perspectief, maar ook vanuit een gezondheidsperspectief wanneer u als schapen- of geitenhouder wordt geconfronteerd met abortus. Dit artikel beschrijft achtergronden van abortus bij kleine herkauwers.

Definitie abortus bij schaap en geit

De draagtijd van schapen bedraagt ongeveer 147 dagen. De draagtijd van geiten bedraagt ongeveer 151 dagen. Wanneer een dracht wordt afgebroken vóór dag 42, spreken we van vroege embryonale sterfte. Tussen dag 42 en dag 100 spreken we van vroege­ abortus en na dag 100 van de dracht spreken­ we van late abortus.

Besmettelijke en niet-besmettelijk

Grofweg kun je abortus onderverdelen in besmettelijke oorzaken en niet-besmettelijke oorzaken (zie kader). Wanneer er sprake is van een niet-besmettelijke oorzaak van abortus kan de oorzaak meestal niet door pathologisch onderzoek van de verworpen vrucht en nageboorte worden vastgesteld. Dit komt doordat de niet-besmettelijke oorzaken vaak geen afwijkingen aan vrucht en nageboorte veroor­zaken. Veel van de besmettelijke oorzaken van abortus zijn zoönosen. Wanneer er bij pathologisch onderzoek geen oorzakelijke kiem wordt aangetoond, maar er wel een pathologisch beeld van een infectie wordt gezien, is er sprake van een besmettelijke oorzaak en is het raadzaam om, wanneer er opnieuw abortus(sen) optreden, nogmaals materiaal in te sturen voor diagnostiek. In elk geval dienen extra hygiënemaatregelen te worden genomen.

Diagnostiek

Pathologisch onderzoek van de verworpen vrucht én nageboorte is de meest geëigende manier om abortusdiagnostiek uit te voeren. Hoe verser het abortusmateriaal is, des te groter is de kans op het stellen van een diagnose. Bij pathologisch onderzoek worden­ vrucht en nageboorte uitgebreid macroscopisch (met het blote oog), microscopisch en bacteriologisch onderzocht op de meest voor­komende besmettelijke abortusverwekkers. Naast insturen van vrucht en nageboorte is het ook belangrijk om het inzendformulier goed in te vullen met informatie over het aantal abortussen, de leeftijd van de aborterende dieren, gezondheidstoestand van de aborterende dieren, het stadium van de dracht, vaccinaties, de historie van abortus op het bedrijf en andere bijzonderheden. Ook door middel van PCR op swabs kunnen bepaalde abortusverwekkers worden aangetoond.
De mogelijkheden van bloedonderzoek zijn beperkt. Tegen veel van de besmette­lijke oorzaken van abortus (bijvoorbeeld Toxoplasma gondii, Listeria spp.) hebben veel kleine herkauwers in Nederland al sowieso afweerstoffen en wil het vinden van afweerstoffen niets zeggen over de relatie met de abortus.
Wanneer u wordt geconfronteerd met abortus is het raadzaam om het dier dat heeft geaborteerd uit het koppel te halen, het aborterende dier geen andere lammeren te laten zogen, vruchten en nageboorte (en stro) te verwijderen en de omgeving waar abortusmateriaal terecht is gekomen te reini­gen en desinfecteren. Stuur vrucht en nageboorte in voor nadere diagnostiek. Dode lammeren, maar ook nageboortes, dienen altijd via de destructie te worden afgevoerd. Denk ook aan algemene hygiënemaatregelen.
NB. Zwangere vrouwen horen geen contact (zowel direct als indirect, bijvoorbeeld via kleding) te hebben met aflammerende schapen en geiten.

Regelgeving

Diverse oorzaken van abortus bij kleine herkauwers zijn aangifte- of meldingsplichtig. Dit betekent dat wanneer u als dierhouder of dierenarts geconfronteerd wordt met een kiem/ziekte waarvoor een aangifte- of meldplicht van toepassing is, dit bij de NVWA moet worden gemeld. Ook als er sprake is van een afwijkend aantal­ abortussen, moet dit worden gemeld bij de NVWA.
Het is altijd vervelend wanneer u wordt geconfronteerd met een abortus bij uw schapen of geiten. Fokkerij- en productieverwachtingen komen hierdoor niet uit. Maar besmettelijke oorzaken van abortus zijn ook vaak zoönosen. Daarom is het van belang om de oorzaak van de abortus zo snel mogelijk te achterhalen. Op deze wijze kunt u adequaat maatregelen nemen om verdere verliezen te beperken, maar ook om de benodigde maatregelen te treffen om infecties bij mensen te voorkomen.

Over de auteur: Jasper Lentz
Jasper Lentz (1989) is geboren in Hardenberg (Ov.) en is opgegroeid in het Drentse dorp Dalen. Na de studie Journalistiek is hij in 2013 aan...
Meer over:
Gezondheid
Deel dit bericht: Facebook Twitter WhatsApp LinkedIn

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief