Er loopt onderzoek naar de bijwerkingen van de Q-koortsvaccinatie. Maar er gebeurde meer in de afgelopen maanden, waardoor de gevoeligheid rondom deze ziekte opnieuw duidelijk werd.
In het voorjaar schreef ik in de rubriek ‘visie’ van Geitenhouderij over een door de melkgeitensector geprioriteerd project, waarmee GD en de sector gezamenlijk invulling geven aan de wens om onderzoek te doen naar de bijwerkingen van de Q-koortsvaccinatie. Inmiddels zijn de data voor dit project verzameld en worden de analyses uitgevoerd.
De afgelopen maanden gebeurde er echter meer op het gebied van Q-koorts in Nederland, en bleek opnieuw hoe gevoelig alles rondom deze ziekte nog steeds is. Dit artikel beschrijft een aantal achtergronden van Q-koorts, de geldende regelgeving en het lopende onderzoek.
Q-koortsbacterie en abortus
Q-koorts is een zoönose, een ziekte die van dier op mens overdraagbaar is, en die wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetii. Hoewel verschillende diersoorten deze bacterie kunnen uitscheiden, zijn herkauwers de belangrijkste bron van infectie voor de mens. Bij schapen en geiten verloopt een infectie meestal asymptomatisch, maar zij kan leiden tot abortus, doodgeboorte en de geboorte van zwakke lammeren. De uitscheiding van C. burnetii vindt met name plaats via geboorteproducten.
Q-koorts is een aangifteplichtige zoönose. Aangezien abortus de meest kenmerkende klinische uiting is van een infectie met C. burnetii, moeten verhoogde abortuspercentages bij kleine herkauwers worden gemeld bij de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA).
Bij kleine herkauwers in Nederland zijn Chlamydia abortus, Toxoplasma gondii, Listeria spp. en Campylobacter spp. de meest voorkomende infectieuze oorzaken van abortus. In de periode 2006-2010 was C. burnetii de belangrijkste abortusverwekker bij geiten in Nederland. Q-koorts is binnen de AHR-regeling geclassificeerd als een categorie E-ziekte, wat betekent dat EU-lidstaten de mogelijkheid krijgen om hun eigen beleid te voeren tegen de ziekte. In Nederland is Q-koorts meldingsplichtig volgens de geldende wetgeving. Dankzij de aanhoudende aandacht voor Q-koorts zijn er sinds 2009 geen door C. burnetii veroorzaakte abortusuitbraken meer bevestigd op bedrijven met kleine herkauwers.

Vaccinatie
In 2008 werd in Nederland voor het eerst op vrijwillige basis tegen Q-koorts gevaccineerd. In 2009 werd de vaccinatie verplicht voor melkgeiten in delen van zuidelijk Nederland. Uit onderzoek ten tijde van de Q-koortsuitbraak bleek dat vaccinatie de uitscheiding van C. burnetii sterk vermindert. Het effect bleek het grootst als schapen en geiten voor hun eerste dracht werden gevaccineerd tegen de ziekte.
Sinds 2010 geldt een landelijke vaccinatieplicht tegen Q-koorts voor alle melkschapen- en melkgeitenbedrijven met meer dan vijftig dieren, voor schapen en geiten op bedrijven met een publieksfunctie en voor schapen en geiten die naar shows of keuringen gaan.
Bijwerkingen en meldingsplicht
In het verleden hebben dierenartsen en veehouders aan Royal GD gemeld dat het gebruik van Coxevac bijwerkingen kan veroorzaken bij schapen en geiten, met name bij oudere dieren die vaker gevaccineerd zijn. Ondanks herhaalde oproepen om dergelijke bijwerkingen te melden, lijkt de meldingsbereidheid in de afgelopen jaren beperkt. Dit kan te maken hebben met het idee dat eerdere meldingen onvoldoende zijn opgevolgd.
Het is van groot belang dat vermoedelijke bijwerkingen van diergeneesmiddelen worden gemeld aan de handelsvergunninghouder, leverancier of het Bureau Diergeneesmiddelen. Het systematisch rapporteren van ongewenste effecten is een essentieel onderdeel van de bewaking van de veiligheid en effectiviteit van diergeneesmiddelen.
Q-koorts is ook bij mensen een meldingsplichtige ziekte. Tot 2007 werd de ziekte gemiddeld bij zeventien mensen per jaar aangetoond. Tussen 2007 en 2012 werden ruim vierduizend mensen ziek door Q-koorts. Daarna is het aantal patiënten gestaag teruggelopen en in 2023 en 2024 werd in beide jaren Q-koorts bij vier patiënten aangetoond.

Tankmelkmonitoring
Sinds 2009 is tankmelkmonitoring op de Q-koortsbacterie verplicht voor alle melkgeiten- en melkschapenbedrijven met meer dan vijftig dieren. Elke vier weken wordt een tankmelkmonster met een PCR-test onderzocht op aanwezigheid van C. burnetii.
In april 2024 werd de Q-koortsbacterie vastgesteld in een tankmelkmonster van een melkschapenbedrijf. Uitscheiding werd aangetoond bij jaarlingen die, ondanks een vaccinatieverplichting, niet eerder waren gevaccineerd tegen Q-koorts. In 2016 is het laatste besmette melkgeitenbedrijf vrij verklaard van een infectie met C. burnetii.
Onderzoek
Geitenhouders ervaren nog altijd dat de vaccinatie het welzijn van de geiten aantast. Het Platform Melkgeitenhouderij ging daarom aan de slag met de opdracht van melkgeitenhouders om hier nader onderzoek naar te doen. Zo stelde het Platform Melkgeitenhouderij met verschillende partijen een onderzoeksvoorstel op met als doel kennishiaten op het gebied van de vaccinatie tegen Q-koorts op te vullen. Om de kans op toewijzing van cofinanciering voor dit project te vergroten, is in de tussentijd alvast een drietal projecten gestart: literatuuronderzoek, een studentenchallenge en een impactstudie.
Literatuuronderzoek: Wageningen Bioveterinary Research (WBVR) zette de bestaande literatuur over de vaccinatie tegen Q-koorts en de bijwerkingen op een rijtje.
Studentenchallenge: studenten van de opleiding zorg, gezondheid en samenleving van de Universiteit Utrecht bogen zich over de vraag: Hoe komt het Platform Melkgeitenhouderij tot een dialoog met relevante maatschappelijke partijen over een verfijning van de Q-koortsvaccinatie voor melkgeiten?
Impactstudie: GD werkt aan de studie ‘Inventarisatie impact vaccinatiestrategie op welzijn geiten’.
De uitkomsten van deze drie projecten dienen als onderbouwing voor een projectvoorstel waaraan nu wordt gewerkt door het Platform, WBVR, GD en het RIVM en dat in september wordt ingediend voor cofinanciering door de overheid.
Verfijnde strategie
Q-koorts blijft een actueel en gevoelig onderwerp. In de melkgeitenhouderij is, op basis van de tankmelkmonitoring, het laatst besmette melkgeitenbedrijf al bijna een decennium geleden vrij verklaard. Vaccinatie speelt een belangrijke rol om abortus te voorkomen en uitscheiding van de Q-koortsbacterie te verminderen. Er wordt nog steeds ervaren dat de vaccinatie tegen Q-koorts leidt tot welzijnsaantasting bij geiten en schapen.
Een maatschappelijke dialoog op basis van vertrouwen, openheid en de uit dit project verkregen nieuwe wetenschappelijke inzichten, zijn essentieel om stappen te kunnen zetten richting een verfijnde vaccinatiestrategie. Met ‘verfijnd’ wordt een strategie bedoeld waarbij de gezondheid van mensen geborgd is en tegelijkertijd aandacht is voor de gezondheid en het welzijn van dieren.
Bezoekerscontact
Naast de meldplicht voor Q-koorts, vaccinatieplicht en deelname aan tankmelkmonitoring voor specifieke groepen houders van schapen en geiten, zijn alle schapen- en geitenhouders verplicht maatregelen te treffen om contact van bezoekers met de dieren tijdens de aflammerperiode te voorkomen.
Aandacht voor Q-koorts op Geiten Event
Op zaterdag 6 september, tijdens het Nationaal Geiten Event in Nijkerk, kunt u verder uw licht opsteken over de achtergronden en de verschillende onderzoeksprojecten op het gebied van Q-koorts. Het Platform Melkgeitenhouderij en onderzoekers van Wageningen Bioveterinary Research, de Universiteit Utrecht en Royal GD gaan in een talkshow in op deze ziekte en de vaccinatiestrategie.
Actuele Q-koortsbesmettingen
Afgelopen voorjaar werd voor het eerst in tien jaar de Q-koortsbacterie aangetoond in de nageboorte van een doodgeboren schapenlam. Het moederdier was een niet tegen Q-koorts gevaccineerd geïmporteerd schaap. Eind mei werd de Q-koortsbacterie aangetoond als verwekker van abortus bij bosrendieren in een Nederlandse dierentuin.
Beide bevindingen waren aanleiding voor nader onderzoek onder mens en dier. De verschenen persberichten laten zien dat Q-koorts een ziekte is die niet vergeten is. In de melkgeitensector wordt sinds 2010 landelijk verplicht gevaccineerd tegen Q-koorts en sinds 2016 zijn op basis van de tankmelkmonitoring geen besmettingen aangetoond.
Tekst: René van den Brom, Royal GD