Magazine | Management | Premium

Theo en Chantal van Dillen blijven creatief pionieren

Driekwart minder geiten houden en grond verkopen. Er zijn weinig boeren die het ze nadoen, maar dat deert Theo en Chantal van Dillen niet. Elke vijf jaar veranderen ze wel iets aan hun bedrijfsvoering. “Een beetje creatief pionieren, noem ik het. Doen wat anderen niet doen. Dat vind ik leuk”, vertelt de biologische geitenhouder uit het Brabantse Heusden.

Personalia: Theo en Chantal van Dillen hebben geiten sinds 1996 in Heusden (NB).

Bedrijf: De 150 biologisch gehouden geiten geven 800-850 liter. De nieuwe kaasmakerij is medio 2025 helemaal klaar.

Nevenactiviteiten: Alle melk wordt verwerkt tot zachte kaas, grilkaas, feta-achtige en halloumi-achtige kaas, yoghurt, kwark en Goudse kaas.

Het begin van de oprit verklapt de verkoop van zuivel bij de Van Dillens. Het ijs kopen ze nu in.

Elke vijf jaar denkt Theo van Dillen een plan uit. Dan komt er een kladblaadje op de keukentafel en rekent hij de financiële gevolgen van zijn idee uit. Het laatste kladblaadje dateert van bijna twee jaar terug. De rentevaste periode voor hun financiering liep af, en met het voorstel van de bank zou de rente verdubbelen. Dat voelde niet goed. “Wij werken hard, en anderen verdienen aan ons. De wens ontstond om van de bank verlost te zijn”, vertelt Theo. Op het kladblaadje rekende hij de gevolgen uit van niet meer 450 maar nog maar 150 geiten melken. “Het besteedbare inkomen kwam op hetzelfde uit. We telden nog eens en nog eens. Het bleek dat we met een kwart tot een derde van het aantal dieren hetzelfde inkomen konden verdienen.” In dit scenario verwerken Theo en Chantal 100 procent van de melk zelf, en niet slechts 5 procent. Door grondverkoop kon de bank worden afgelost en was de bouw van een nieuwe kaas- en zuivelmakerij mogelijk. Die zal in augustus klaar zijn.

Op 5 mei haalde Bettinehoeve voor het laatst de melk op in Heusden. “De nieuwe bedrijfsvoering valt in het begin nog niet mee”, geeft Theo toe. Zo is het wennen aan de nieuwe kaastobbe – als ik hem instel op 27 graden, warmt hij dan genoeg na om de melk 30 graden te laten worden? –, maar vooral moet er nog routine komen. “Voorheen was het klaar als de melk in de tank zat. Nu moet ie ook verwerkt worden. Elke twee dagen maak ik kaas, maar de eerste maand voelde ik na een dag al de druk dat morgen de melk weer verwerkt moest worden. Dat ritme begint nu een beetje te komen.”

De geiten hebben een ruime stal tot hun beschikking.

Beter dan fabriekskaas

Theo kwam in de geitenhouderij terecht nadat hij stage liep bij een broer van geitenhouder Bennie Aarts. “Ik was elke dag mee naar de locatie waar Bennie begon. Daar hielp ik mee met het melken van de eerste geiten. In 1996 kocht ik zelf een koppeltje lammeren.”Sinds 2018 is het bedrijf biologisch, mede ingegeven door regel­geving. “De ammoniakregels in Brabant werden streng, maar biologische bedrijven werden daarvan uitgezonderd. En nu was er nog ruimte voor biologische geitenmelk.”

Vlak daarna ontstond het vorige kladblaadjes-plan. “Mensen zagen de geiten buiten lopen en kwamen vragen of we kaas of zuivel te koop hadden.” Theo berekende dat een zuivelmakerij uitkon, en dus besloten Theo en Chantal zachte kaasjes in olie, een grilkaas, een feta-achtige kaas, yoghurt en kwark te gaan maken. Nu alle melk verwerkt wordt, maken ze ook Goudse kaas.

De feta-achtige en met name de halloumi-achtige kaas zijn vrij unieke producten van biologische geitenmelk. “Ik wilde iets maken wat anderen niet maken.” Na een bezoek aan de Caprinov in Frankrijk daagde een collega-geitenhouder Theo uit om halloumi te maken. Theo liet hem blind proeven van zijn eerste zelfgemaakte Dilloumi, en die smaakte hem beter dan een fabriekskaas.“

Ik zette vol in op de feta-achtige en Dilloumi-kaas. Maar ik molk in m’n eentje 450 geiten en voor het verwerken van de melk hadden we vreemde arbeid nodig. Dan nog was er te weinig tijd om zelf winkels te benaderen om de afzet te laten groeien.”Dus koos Theo ervoor om zijn producten af te zetten bij Brabantse boerderij- en streekwinkels en bij websites die onder ‘Beter eten uit de korte keten’ werken. “Dat doen we zonder groothandel ertussen. Want net als met de bank, gaan ook die met je centen lopen.” Daarnaast nemen marktverkopers de Puur Geitenzuivel-producten mee naar biologische markten in Helmond, Roermond en Weert en naar de Noordermarkt in Amsterdam.

Toch geen 1.000 geiten

De geiten geven 800 à 850 liter. Theo is er tevreden mee, hoewel dat voordat ze biologisch werden wel anders was. “Rond de eeuwwisseling molken we 1.100 kg, stonden op de eerste plek in de bedrijfsvergelijking van Hendrix UTD en verkochten best veel bokjes.”

Toen waren er plannen om door te groeien naar 1.000 geiten. Maar uitbreiden was niet meer mogelijk door de komst van de Wet ammoniak en veehouderij en de nabijheid van De Peel. Het echtpaar zocht een andere locatie, maar toen werd er CAE ontdekt onder de geiten. In 2005 kwamen er nieuwe dieren en ging Theo van fokker naar een lagekostprijsbedrijf. “Want je blijft toch altijd die boer die CAE had. Fokmateriaal verkopen is dan over.”

De familie was toen ook bezig met een proefstal, de status was al verleend door het ministerie, maar twee weken later kwam de bouwstop vanwege Q-koorts. En toen in 2011 ook nog para werd geconstateerd bij de geiten, kwam er definitief een streep door het kladblaadje ‘1.000 geiten melken’.

De beste voerstrategie voor dit kleinere aantal geiten is nog even zoeken voor Theo van Dillen.

Oudere dieren

Op dit moment is de veestapel gemiddeld wat ouder, er lopen dieren tussen van tien en elf jaar oud. Vorig jaar verkochten de Van Dillens al zo’n tweehonderd geiten. “Dat was eerder dan verwacht, maar in overleg met Bettinehoeve hebben we het toch gedaan. Er was iemand die ze graag wilde hebben. Om wel melk in de tank te houden zodat Bettinehoeve die nog steeds kwam ophalen, hielden we vooral de oudere dieren aan, met verder uit elk jaartal nog tien geiten.”

Met zo’n driekwart minder geiten verandert vanzelfsprekend de bedrijfsvoering. Voorheen voerde Van Dillen drie partijen ruwvoerbalen door elkaar, maar met dit aantal geiten gaat dat niet meer, dan liggen de balen te lang open. “Nu ze buiten lopen voer ik een baal gras voor het voerhek en verstrek twee keer per dag brokken eroverheen met de hand uit een karretje. Dat gaat prima. Maar ik moet nog kijken hoe we dat ’s winters gaan doen”, geeft hij toe. “De ruwvoerkwaliteit bepaalt de productie. Want als biologische geitenhouder voeren we altijd de maximale hoeveelheid krachtvoer die is toegestaan.”

Samen zestig uur

Een doelstelling is om samen zestig uur in de week te werken: twintig uur met de geiten bezig, twintig uur zuivelproducten maken en twintig uur afzetgerelateerd werk. “Dat is een leuke combinatie van werken met dieren, werken met mensen en mooie producten maken. We hopen dan ook tijd te hebben om meer van de wereld te zien dan onze geiten, wat voor een boer niet makkelijk is. Gelukkig doen we iets wat we leuk vinden.”

Momenteel halen de Van Dillens die werkuren nog niet. “Ik maak zestig uur en Chantal is nog eens twintig tot dertig uur bezig. We moeten nog een ritme krijgen.” Beiden realiseren zich dat het vanuit boeren-oogpunt op zijn minst bijzonder is wat zij doen: minder dieren houden en grond verkopen. “Maar waarom zou je als boer niet kunnen jobhoppen? Waarom zou ik tot aan mijn pensioen alleen maar meer en meer geiten moeten houden? Ik doe waar ik zin in heb”, zegt Theo. De twee dochters van 19 en 21 jaar hebben geen interesse in het bedrijf.

De gemiddeld wat oudere veestapel kan elke dag naar buiten.

Nieuw kladblaadje

Hoe het bedrijf er over tien jaar uitziet? De Van Dillens hebben wel een idee. Dat kan twee kanten op. “Het kan zijn dat we iemand treffen die affiniteit heeft met geiten, of zuivel, en dan wil ik daar best nog een aantal jaren in meedraaien. Of we zijn dan klaar. Dan zie ik het bedrijf met deze opzet er niet meer zijn. Dan wil ik meer vrijheid.”

Dus wat er over vijf jaar op het kladblaadje komt te staan, weet de Brabantse geitenhouder nog niet. Wel dat er zeker weer een aan te pas komt. “Dat uitkienen van een nieuwe strategie, kijken en doorrekenen of het kan tot en met het uitvoeren van die nieuwe uitdaging – eigenlijk vind ik dat het allermooiste om te doen.”

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilma Wolters
Wilma groeide op tussen koeien en paarden, en vond dat geweldig. Ze volgde de Hogere Agrarische School in Dronten, studeerde nog 2 jaar aan de...
Meer over:
Management
Deel dit bericht: WhatsApp Facebook

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief