De Beekdal-stal, de Tribunestal en Het Podium, het zijn drie stalconcepten die in theorie voldoen aan minimaal 50 tot liefst 70 procent reductie van ammoniak- en methaanemissie en die een verbeterd dierenwelzijn opleveren. Wageningen Livestock Research (WLR) werkte samen met geitenhouders, adviseurs, experts en een tekenaar aan deze toekomstbestendige huisvestingssystemen.
In de Beekdal-stal ligt de nadruk op maximale emissiereductie. Het heeft een roostervloer van gecoat metaal die zorgt voor een snelle afvoer van urine en mest. Een mestband onder de vloer scheidt poep en urine waardoor minder ammoniak en methaan ontstaat. De dikke fractie wordt gecomposteert tot stabiele hygiënische mest, de dunne fractie wordt aangezuurd om emissies te beperken. Verder heeft de stal trapsgewijze plateaus voor rust en vindt er voerverrijking plaats middels hooiruiven, hooiballen en takken. De stal is licht en heeft uitloop en weidegang wat de maatschappelijke acceptatie versterkt.
De Tribunestal
De Tribunestal is gericht op natuurlijk gedrag en comfort. Het is gebaseerd op het Blije Geit-concept met twee grote tribunes in de stal met meerdere niveaus, gemaakt van gecoat beton of biobased materiaal. Dit biedt de geit sta-, rust- en schuilplekken. Op de begane grond ligt absorberend materiaal zoals stro. Dat moet regelmatig verwijderd worden om emissies te beperken.
Het Podium
Een eenvoudiger en praktischer versie van de Tribunestal is volgens de onderzoekers Het Podium. In deze stal is de tribune tegen de buitenmuur geplaatst wat mestverwijdering makkelijker maakt. Schuivers brengen de stromest onder de tribune naar een opslag met onderdruk, waar een luchtwasser en biofilter zorgen voor ammoniak en methaanreductie.
Behoeftes van de geit
Uit eerdere analyses, literatuuronderzoeken en tests stelde WLR een soort van eisenpakket samen waaraan de stalconcepten idealiter voldoen. Naast vele andere punten, zouden geiten behoefte hebben aan harde, warmteregulerende oppervlakken op verschillende hoogtes. En willen zij exploratie-, foerageer-, schuil- en klimgedrag kunnen vertonen. Verder zou een dierwaardige melkgeitenhouderij een dynamische leefomgeving moeten zijn waarin ruimte is voor onder andere thermoregulatie door toegang tot beschutting, ventilatie en keuzevrijheid, en voor voortplantingsgedrag. Daarnaast zouden geiten het liefst in stabiele sociale groepen leven (hergroeperen beperken) en zouden er in een houderijsysteem functionele zones moeten zijn voor rust, voeding, beweging en interactie.
Vervolg
De onderzoekers raden praktijktesten aan om de stalconcepten of technieken daaruit verder te testen in de praktijk. Ook zouden zij graag zien dat er beleidskeuzes worden gemaakt die zekerheid bieden voor lange termijn investeringen in de melkgeitenhouderij.
		




