Zeolieten verminderen ammoniak in geitenmest, als de omstandigheden gunstig zijn. Dat stelt Vlaams onderzoek.
Zeolieten zijn poreuze mineralen die door hun driedimensionale structuur verschillende moleculen aan zich binden, waaronder stikstofverbindingen. Onderzoekers van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) in Vlaanderen deden drie jaar lang onderzoek naar het ammoniakreducerend effect van zeolietproducten in runderstalmest. Daarbij deden ze ook een proef met geitenmest.
In een proef met mestcontainers, waarbij wekelijks een dosis zeolieten werd toegevoegd boven op de stalmest, lag de ammoniakreductie in geitenmest op 15,8 procent en in runderstalmest op gemiddeld 50,9 procent. De adsorptiecapaciteit van zeoliet per gram product in geitenmest was echter vergelijkbaar met die van runderstalmest, met respectievelijk 8,8 en 9,4 mg NH3 per gram zeoliet. “De zeolietproducten werkten dus even goed in runderstalmest als in geitenstalmest”, stelt onderzoeker Jonas Vandicke vast. Het gaat hier om de resultaten van een van de zeven zeolietproducten die werden onderzocht. Andere zeolietproducten gaven in geitenmest geen significante reducties in ammoniak over de proefperiode van twee weken.
Clinoptiloliet noodzakelijk
De ammoniakreductie van bijna 16 procent werd behaald door de zeoliet over de geitenmest te strooien (‘on-top’). Bij de start van het experiment werd 20 gram zeolieten aan een mestcontainer met 3 kg mest toegevoegd (300 gram/m²/week) en na een week nog eens 20 gram. Het mengen van het zeolietproduct door de mest leverde minder positieve resultaten op dan de on-toptoevoeging. Ook zagen de onderzoekers dat de zeolieten onder vochtige omstandigheden minder goed werken.Uit de vergelijking tussen de verschillende producten bleek dat de aanwezigheid van clinoptiloliet in het zeolietproduct noodzakelijk is voor het ammoniakreducerende effect. Ook de aanwezigheid van kleimineralen zoals smectiet draagt bij aan sterkere NH3-reducties.
Al meteen na toediening van de zeolieten zagen de onderzoekers een sterke ammoniakreductie, maar dat effect valt in geitenstalmest vrij snel weg. Vandicke legt uit: “De zeolieten in geitenmest waren sneller verzadigd omdat daaruit meer ammoniak vrijkwam dan uit de runderstalmest. Dat verklaart het lagere reductiepercentage, terwijl de adsorptiecapaciteit gelijk was.”
Nog niet haalbaar
Vandicke ziet nu nog geen toepassing voor zeolieten in geitenmest. “Onder verschillende omstandigheden varieert de effectiviteit. Vermoedelijk werken zeolieten het best als zij hoog en droog op het mestpakket blijven liggen, maar dat is in de praktijk moeilijk te waarborgen. Bovendien zijn hoge doses nodig, wat de toepassing voorlopig te kostbaar maakt. Momenteel lopen er proeven met zeolieten in geitenstallen, maar we wachten nog op de resultaten. Vervolgonderzoek zou kunnen kijken of andere toepassingen, zoals luchtfilters met zeolieten, beter haalbaar zijn.”