Harm-Jan van der Beek, Uniform-Agri: ‘Krachten bundelen om boeren te helpen’

Uniform-Agri kocht management­programma Egam en de klanten van CaproManager. Decennia aan geitenkennis in die managementsystemen én veertig jaar ervaring in koeiensoftware, moeten een geitenmanagement­programma opleveren dat makkelijk, goed en snel werkt en met de tijd meegaat.

Sinds 1986 ontwikkelt Uniform-Agri vanuit het hoofdkantoor in Assen software voor boeren. Het bedrijf heeft al een geitenmanagementsysteem voor buitenlandse geitenhouders, een afgeleide van zijn koeienprogramma. Met Egam en CaproManager is naast een groot extra klantenbestand ook deskundige geitenkennis binnengehaald. Uniform-Agri wil daarmee een gespecialiseerd geitenmanagementprogramma ontwikkelen. Harm-Jan van der Beek, voorheen directeur en nu senior consultant, en zijn opvolger Tineke Sieperda, vertellen over de plannen.

Hoe kwam de overname van Egam en CaproManager tot stand?

Van der Beek: “Het programma dat we hadden moest eigenlijk verbeterd worden, maar Nederland zat al vol met geitenmanagementprogramma’s, een grote en een aantal kleine, dus dat was voor ons niet aantrekkelijk. Toen kwam Egam te koop, wat de kans bood om in één keer een stap te zetten. Toen zijn we ons verder gaan oriënteren in de Nederlandse geitensector en raakten we in gesprek met Capro. Anne-Riet Boerenkamp wilde vanuit Capro al langer samenwerken om dataversnippering binnen de relatief kleine sector te voorkomen. Door de krachtenbundeling tussen Uniform-­Agri, Elda en Capro realiseren we dat. De Nederlandse geitensector is niet groot en gaat niet groeien, maar met drie- tot vierhonderd geitenhouders biedt hij wel potentie. Bovendien zien we in Europa, met name Zuid-Europa, en in Canada ook markt.”

Hoe zit het met de geitenkennis bij Uniform-Agri?

Van der Beek: “We kunnen meer geitenkennis gebruiken. Bij onze aftersales-mensen in het buitenland zit wel kennis, maar hier in Assen waar we de productontwikkeling doen, hebben we dat onvoldoende. Het is belangrijk om te weten hoe een geitenhouder werkt, dan pas kun je iets goeds voor hem of haar maken. Daarom is de intensieve samenwerking met Capro belangrijk. Anne-Riet zal wekelijks meedenken in de ontwikkeling. Zowel van Capro als van Elda krijgen we input voor het nieuwe programma. Als het nieuwe Uniform geitenprogramma in de cloud klaar is, gaan de gebruikers van CaproManager en Egam daarop over.”

Sieperda: “We willen ook een klankbordgroep van geitenhouders samenstellen en met hen sparren over de ontwikkeling van het geitenprogramma. Verder gaan we gebruikersbijeenkomsten organiseren om de nieuwe zaken toe te lichten en om input te krijgen. Met het concept van klankbord- en gebruikersgroepen hebben we jarenlang goede ervaring bij de koeien.”

Vooralsnog werken gebruikers van Egam en CaproManager met de hun vertrouwde programma’s. Wat gaan geitenhouders merken van het nieuwe programma, en wanneer?

Van der Beek: “De geitenhouders van Egam zijn nu klant bij ons, wij regelen de service en facturatie. Voor de korte termijn huren we de supportmedewerkers van Elda in omdat zij het Egam-pakket en de sector kennen. We ondersteunen de gebruikers van Egam, maar voegen niets toe aan die programma’s, zoals nieuwe koppelingen. Capro blijft de CaproManager-gebruikers begeleiden. Op termijn zorgen wij dat de beide klantgroepen over een nieuw softwarepakket van Uniform-­Agri kunnen beschikken. Wanneer dat klaar is, weten we nog niet. We laten ons leiden door kwaliteit. In onze koeien­software zit nu zo’n honderd manjaren aan ontwikkeling, veel daarvan kunnen we in aangepaste vorm gebruiken – maar ik verwacht niet dat het geitenmanagementprogramma binnen twaalf maanden klaar is.”

Wat kunnen geitenhouders verwachten van het Uniform-­Agri managementprogramma?

Sieperda: “Alle belangrijke zaken die geitenhouders nu ook hebben aan modules, data en koppelingen, vinden ze straks terug in het nieuwe cloudprogramma dat we aan het bouwen zijn. Zodat het vertrouwde blijft – en het product goed blijft. Koppelingen met melksystemen, Kwaligeit, Medigeit, GD, voerleveranciers, melkcontrole, alles gaan we goed inregelen. Er komt ook een speciale module, exclusief voor Capro-gebruikers. Omdat het programma werkt in de cloud met een app, is registreren in de stal gemakkelijk en snel. Ook voor medewerkers, of met meerdere locaties. Er komt een dashboard waarop overzichtelijk met rood wordt aangegeven welke zaken aandacht verdienen en met groen welke juist goed gaan. Het doel is dat de data die vastgelegd wordt op een eenvoudige manier, inzicht geeft in de stand van zaken.

Van der Beek: “Geitenhouders sluiten een abonnement af voor het gebruik van de software en de service. De data in het programma is van de geitenhouder, dat is ons standpunt en daar houden we ons aan. Dat betekent dat we altijd toestemming vragen om er iets mee te mogen doen en de data dus niet kunnen verkopen. Een boer moet elke adviseur digitaal toestemming geven om de data in te kunnen zien – en kan dit ook weer intrekken. Adviseurs en dierenartsen kunnen voor 25 euro per maand gebruikmaken van de consultantversie, waarin zij toegang krijgen tot de data van hun klanten die toestemming hebben gegeven.”

Wat willen jullie betekenen voor de geitenhouderij?

Sieperda: “Het doel is dat we de geitenhouders ondersteunen met alle aspecten van de administratie door een team dat verstand heeft van boeren en van software, zodat het makkelijk gaat en goed werkt, en dat willen we blijven doen met nieuwe ontwikkelingen. Ze kunnen bellen als ze een vraag hebben. 90 procent van de telefoontjes die bij ons binnenkomen, wordt binnen 120 seconden opgepakt. Je krijgt dan iemand aan lijn die verstand van zaken heeft. Klantenservice staat bij ons hoog in het vaandel, dat monitoren we strak. We bellen terug als we dat beloven, proberen mee te denken en doen wat we zeggen.”

Van der Beek: “We willen goede oplossingen bieden voor de boeren zodat hun administratie gemakkelijker gaat, en zij met goede managementinformatie hun bedrijfsresultaten kunnen verbeteren. Daarin bieden we continuïteit. Ons streven is om in 2030 wereldwijd 25.000 gebruikers te hebben, waarvan 1.000 geitenhouders. Een belangrijk deel daarvan zit in Zuid-Europa.”