De deeltjeslengte van het rantsoen heeft geen invloed op de drogestofopname en op de melkproductie bij melkgeiten. Dat concludeert ABZ Diervoeding na onderzoek door student Teun Waal op zeven bedrijven.
De hoeveelheid krachtvoer lijkt een belangrijkere factor voor de drogestofopname van geiten dan de deeltjeslengte van het rantsoen, zo schrijft de voerleverancier.
Selectie: langere delen
Het wel bekende selectiegedrag van geiten zag Waal ook in zijn onderzoek. Hij constateert dat geiten actief zoeken naar de langere delen in het rantsoen (in tegenstelling tot melkkoeien, die een voorkeur lijken te hebben voor kleinere deeltjes in het rantsoen, vaak krachtvoerachtigen). Het aandeel lange delen (>29mm) in het geitenrantsoen nam significant af van gemiddeld 27 procent in het vers gemengde rantsoen naar slechts 10 procent in het restvoer. Tegelijkertijd steeg het aandeel kleine delen (0-4mm) van gemiddeld 8 procent in vers rantsoen naar 29 procent in het restvoer.
Browsen
Waal zag een interessant detail: een korter rantsoen leidde in de eerste twee uur na het voeren tot minder sorteergedrag dan het voeren van een rantsoen met langere delen. Hij vermoedt dat dit komt doordat het verfijnen van een rantsoen het lastiger maakt voor de geit om het selectiegedrag uit te voeren.
ABZ Diervoeding concludeert dat het aanbieden van een homogeen rantsoen met de juiste structuur belangrijk blijft om selectiegedrag te minimaliseren en ervoor te zorgen dat alle dieren de benodigde voedingsstoffen binnenkrijgen.