Tips voor lammerenstal

Bij de lammerenstal is het streven een zo optimaal mogelijk klimaat te creëren voor de lammeren waarbij ze zich behaaglijk voelen. Hoe beter de lammeren groeien in de opfokafdeling, hoe makkelijker ze later een hogere melkgift kunnen produceren.
Voor een goed stalklimaat is niet enkel temperatuur maatgevend, maar ook luchtvochtigheid, ventilatiecapaciteit, luchtverdeling en verwarming. Nico Dijkman van Tentego geeft tips.
– Een goede temperatuur is het liefst constant, zo rond de 18°C. Bij pasgeboren lammeren een paar graden hoger en richting het spenen mag het wat lager zijn (15°C).
– Bij stallen die geen verwarming hebben is het handig om een microklimaat te creëren waarbij de lammeren zelf de ruimte opwarmen.
– Een normale luchtvochtigheid schommelt rond de 70 procent. Bij bepaalde weertypes (denk aan regen en mist) of bij een hoge bezettingsgraad van het aantal lammeren in de afdeling kan de luchtvochtigheid oplopen tot 80-90 procent. Dat is te hoog.
– Bij normale ventilatie houdt men als norm aan 0,8-1 m3 luchtverplaatsing/uur/kg lichaamsgewicht.
– Er mag geen tocht (luchtsnelheid x temperatuurverschil) bij de lammeren komen. Dit kan grotendeels worden gerealiseerd door dichte hokafscheiding aan de voorzijde van het hok.
– Een gelijkmatige verdeling van de lucht kun je krijgen door een juiste afstemming van luchtsnelheid, inlaat en de plaats van een ventilator. Door het regelmatig nemen van rookproeven krijg je zicht op het luchtverdelingspatroon.
Meer weten? Lees het complete artikel in Geitenhouderij 5-2013.