Gezondheid | Premium

Ook in lammerperiode alert zijn – Aandacht voor zoönosen

De lammerperiode is een tijd van nieuw leven en drukte op het bedrijf, maar juist in deze periode is het goed om extra alert te zijn op zoönosen. Hoe belangrijk is zoönose-preventie en wat zijn de voornaamste zoönosen rond het lammeren?

Door Tara de Haan en Nienke Snijders-van de Burgwal, Royal GD

Zoönosen zijn ziektekiemen die van dier op mens overgedragen kunnen worden en vormen met name een aandachtspunt voor de zogenoemde ‘YOPI’-risicogroep, waaronder de jonge, oudere, zwangere en immuun gecomprimeerde mensen.

Zoönosebestrijding in DGZK

Verduurzaming speelt een grote rol in de ambitieuze melkgeitensector en wordt alsmaar belangrijker. Sinds 2018 is de Duurzame Geitenzuivel Keten (DGZK) operationeel en kunnen houders punten verdienen voor verschillende thema’s binnen het programma. “Zoönose- en dierziektebestrijding is een belangrijk onderdeel van DGZK”, volgens programmaleider Karin van der Toorn. “Met het zoönosekeurmerk kunt u aantonen dat u maatregelen neemt om zoönosen te voorkomen en de kans op besmetting te beperken. Daarnaast laat u als geitenhouder ook aan de buitenwereld zien de risico’s rondom zoönosen op het geitenbedrijf zeer serieus te nemen.” Geitenhouders die deelnemen aan het Keurmerk Zoönosen kunnen hiervoor 15 punten verdienen binnen DGZK. “Het aantoonbaar bespreken van zoönosen en vastleggen van acties met de dierenarts volgens het vastgestelde format (onderdeel van het BBP) levert 5 punten op binnen DGZK. Ook voor deelname aan bestrijdingsprogramma’s van diverse dierziekten zijn punten te verkrijgen binnen DGZK”, aldus van der Toorn.

Besmettelijk verwerpen

Tijdens de lammerperiode kunt u te maken krijgen met abortus. Indien dit voorkomt, is het belangrijk om de oorzaak te achterhalen, omdat een besmettelijke ziektekiem mogelijk een rol kan spelen. Het is daarom voor risicogroepen, zoals zwangere vrouwen, af te raden om te helpen tijdens de aflamperiode, zeker wanneer er bij abortus nog geen onderzoek heeft plaatsgevonden of een diagnose is gesteld. Wat is dan wel verstandig? Raadpleeg uw dierenarts en overleg samen over een mogelijke aanpak. Een diagnose vaststellen bij abortus kan het beste via pathologisch onderzoek, hiervoor kunt u de verworpen of doodgeboren vrucht met de nageboorte insturen. Een laagdrempelige manier om de oorzaak van abortus te onderzoeken is door het nemen van een diepe keelswab bij de verworpen vrucht en deze in te sturen voor het abortuspakket. GD onderzoekt de swabs door middel van PCR en bacteriologisch onderzoek op de in Nederland meest voorkomende bacteriële oorzaken van abortus, zoals Chlamydia abortus, Campylobacter spp., Listeria spp., Salmonella spp., Escherichia coli en Trueperella pyogenes. Een aantal van deze ziektekiemen wordt hieronder verder uitgelicht.

Chlamydia abortus

Een van de voornaamste oorzaken van abortus bij kleine herkauwers betreft een infectie met de bacterie Chlamydia abortus. Dit kan in het eerste jaar na introductie al leiden tot problemen, zoals abortus of verzwakte en doodgeboren lammeren. In de regel vindt een introductie plaats met de aankoop van dieren die afkomstig zijn van een besmet bedrijf. In het eerste jaar van infectie kan abortus optreden. Gusten en ooilammeren kunnen het jaar erop verwerpen. De bacterie kan bij zwangere vrouwen een miskraam tot stand brengen. Ook is bekend dat longontsteking bij de mens veroorzaakt kan worden door deze bacterie.

Campylobacter spp.

​Bij een Campylobacter-besmetting kan het percentage aborterende dieren vrij hoog liggen. Ook de sterfte van normaal geboren lammeren kan erg hoog zijn. Opvallend is vaak dat binnen een bedrijf het ene koppel veel problemen kan hebben en een apart daarvan gehouden koppel helemaal niet. Ondanks dat dieren de kiem bij zich kunnen blijven dragen, komen niet vaak twee jaar achtereen problemen op hetzelfde bedrijf voor. Campylobacter jejuni kan bij lammeren diarree veroorzaken.De mens ondervindt griepachtige verschijnselen, buikpijn, diarree en miskraam is mogelijk. Veelal treedt besmetting op via onvoldoende verhit vlees, ongepasteuriseerde melk of direct contact met uitscheidende dieren.

Listeria spp.

Listeria monocytogenes kan worden geïsoleerd bij een abortus. Dit is een bacterie die met het voer, bijvoorbeeld gecontamineerde kuil, via de bek door de dieren wordt opgenomen. Na opname kan er abortus bij drachtige dieren optreden. Ook staat deze bacterie bekend om hersenvliesontsteking te geven. Beide vormen kunnen ook bij de mens optreden. Via onder andere de melk wordt de bacterie uitgescheiden. Dit betekent dat ongepasteuriseerde zuivelproducten voor humane consumptie een potentieel risico vormt om Listeria spp. op te lopen. De bacterie is in staat om bloedvergiftiging te veroorzaken, wat met name een risico vormt voor mensen uit de YOPI-categorie.

Salmonella spp.

Er zijn verschillende soorten salmonella die nagenoeg allemaal een bepaald zoönotisch karakter hebben. In de Nederlandse geitenhouderij wordt vooral Salmonella Typhimurium gevonden. De bacterie kan hoge koorts, waterige tot bloederige diarree en abortus veroorzaken bij geiten. Bij jonge geitlammeren kan de kiem een zeer acuut verloop vertonen door het geven van bloedvergiftiging met sterfte als gevolg. Overdracht naar de mens via contact met besmette geiten is eerder bevestigd. Bij de mens kunnen vergelijkbare verschijnselen ontstaan.

 

Keurmerk Zoönosen

Het Keurmerk Zoönosen is ontstaan om houders bewust te maken van de risico’s van zoönosen en om hen handvatten te bieden waarmee ze deze risico’s zo klein mogelijk kunnen maken. In 2021 telde het keurmerk ongeveer 1.700 deelnemers, waarvan 129 melkgeitenhouders. Om in aanmerking te komen voor het keurmerk vult de dierhouder samen met de eigen dierenarts ieder jaar een checklist in met vragen over onder andere hygiëne, aanwezige faciliteiten en management rondom de gehouden dieren. De checklist bestaat uit een algemeen deel met vragen en een eigen onderdeel per diersoort, waaronder ook kleine herkauwers. Wanneer er voldoende punten zijn behaald met de checklist, ontvangt de houder een bordje met een keurmerkzegel. Hiermee laat de houder zien dat het een zoönosenverantwoord bedrijf betreft.

Foto: Shutterstock

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief