Magazine | Premium | Reportage

Familie Nooteboom voert scherp en melkt veel: ‘Op het randje in balans blijven’

“Er gaat veel en luxe voer in, maar er komt ook veel en dikke melk uit”, concludeert Niek Nooteboom na het vierwekelijkse gesprek met de voervoorlichter. Het klopt: de melkgeiten nemen gemiddeld 3 kg drogestof per dag op en produceren 1.661 kg melk met 127 kg vet en eiwit per jaar.


Profiel: familie Nooteboom

Personalia: Cees en Anita Nooteboom en zoon Niek melken in Strijen zo’n 640 geiten.

Bedrijf: De dieren blinken uit in productie. Zij gaven in 2022 1.661 kg melk met 127 kg vet en eiwit


Woensdagochtend 14 december 2022 om 10 uur: Er is een prachtig beeld te zien in de stal van de familie Nooteboom in het Zuid-Hollandse Strijen. Het rantsoen rolt uit de voermengwagen, de melkgeiten komen gretig naar het voerhek en staan in een strakke rij naast elkaar te eten. Een paar minuten later maakt de feedcar aan de rails zijn rondje door de stal en nu steken ook de laatste dieren hun kop door het voerhek. Dit beeld zien Niek en zijn ouders Cees en Anita Nooteboom graag. “Er moet veel voer in, we willen dat de buiken altijd gevuld zijn. Als een geit veel vreet, kan ze alles aan. Alleen met een hoge voeropname kunnen geiten veel melk geven.”

De familie molk in 2022 gemiddeld 640 melkgeiten. In dat jaar produceerden zij 1.661 kg melk met 127 kg vet en eiwit. Dat komt neer op 1.711 kg meetmelk. “We willen veel melk, met daarbij ook mooie gehaltes”, zegt Cees. Daarin slagen zij duidelijk. Ter vergelijking: uit Agroscoopcijfers over 2021 blijkt dat ForFarmers’ geitenklanten gemiddeld 1.197 kg melk realiseerden met 90 kg vet en eiwit. Geitenspecialist Jelle van de Mortel begeleidt de familie nu zeven jaar en hij is er vooral voor de details. “Deze ondernemers weten zelf heel goed wat voor voer ze hebben en wat hun geiten daarmee kunnen. Ze voeren op het randje, maar behouden altijd de balans.”

De feedcar brengt tien keer per dag krachtvoer.
Foto: Wilma Wolters

Op het randje voeren

Het voer op de voergang oogt een beetje nat. “We houden van nat voer, met veel eiwit. Dus we maaien kort en streven naar 35 procent drogestof, bij grof spul zelfs 30 procent”, vertelt Cees. Dat geldt voor het gras die van de 45 hectare komt, maar ook voor de luzerne met rode klaver die de ondernemers op 3 hectare telen. Het rantsoen bevat 800 gram drogestof ruwvoer, wat een mengsel is van drie verschillende balen graskuil om het zo constant mogelijk te houden, en luzerne. Daar wordt 200 gram drogestof perspulp aan toegevoegd en 250 gram losse grondstoffen – raap voor nog meer eiwit en Duitse pulp als energiecomponent. Verder krijgen de dieren 1,0 kg vetverhogende brok en 1,0 kg van een luxe brok met 17 procent eiwit. Door het rantsoen wordt nog een additief gemengd waarmee de geiten het ruwvoer beter zouden benutten.

Dit rantsoen wordt eenmaal per dag verstrekt en is gemiddeld voor de hele stal, waarbij de drie productiegroepen wat meer dan gemiddeld krijgen en de afmelkgroep iets minder. De productiegroepen verschillen weinig in productie: de eerste groep bestaat uit verse geiten en geeft op dit moment gemiddeld 5,2 kg melk; de tweede groep bevat jonge geiten die 4,9 kg melk geven; in de derde pot lopen goede duurmelkers met een productie van 4,7 kg per dag. De vierde groep bestaat uit duurmelkers en afmelkers die half december gemiddeld 3,3 kg melk per dag geven.

Kuilgras en luzerne vormen de hoofdbestanddelen van het rantsoen.
Foto: Wilma Wolters

Niek en Cees realiseren zich terdege dat ze met dit rantsoen echt op het randje zitten. “Maar deze geiten kunnen het aan, ik denk dat ze eraan gewend zijn. We hebben eigenlijk nooit uitval die door het voer komt. Het is in balans.” Standaard worden de geiten eenmaal per jaar tegen clostridium gevaccineerd.

Jelle van de Mortel: “Deze ondernemers voeren goed ruwvoer met als passende aanvulling luzerne, dat structuur brengt en goed eiwit. Hierdoor benutten de geiten de kuil goed. Met de losse eiwit- en energiecomponent in het mengsel kunnen de ondernemers zelf sturen. Als je dit rantsoen in een andere stal zou voeren, weet ik zeker dat die geiten dat niet zomaar probleemloos kunnen opnemen.” Cees en Niek handelen direct als ze diarree zien. “We gaan dan schuiven met de raap en het meel, of mengen hooi door het rantsoen.” Anita verklapt: “Als het voer te pittig wordt, is dat hier ‘s ochtends hét gesprek aan de keukentafel.”

Tien keer in 24 uur maakt de feedcar een rondje door de stal. De krachtvoergift ligt niet hoog: 51 kg krachtvoer (krachtvoer en losse grondstoffen) per 100 liter melk. Over 2021 voerden Agroscoop-deelnemers gemiddeld 63 kg krachtvoer en krachtvoerachtigen per 100 kg meetmelk. De geitenspecialist: “Met deze krachtvoergift worden de geiten niet overvoerd, dit kunnen ze jaren zo volhouden. Dat hebben ze laten zien op dit bedrijf.”

4,95 liter per dag in de zomer

Niek vertelt dat het streven was om in 2022 naar gemiddeld 1.600 kg melk te groeien. “Maar het hele jaar molken we al 0,3 liter meer dan verwacht. Dus toen gingen we voor 1.650 kg.” De geitenspecialist ziet dat de geiten in Strijen in het voorjaar beter opstarten dan op veel andere bedrijven, en dat ze het in de zomer ook goed volhouden. Zelfs tijdens de extreem warme dagen in augustus zakte de voeropname nagenoeg niet. Niek: “Het koppelniveau lag toen op 4,95 liter per dag. Ze zakten misschien een tiende, maar niet meer. En ze kwamen ook weer terug op niveau.” Het installeren van vernevelaars op de ventilatoren en het plaatsen van de ventilatoren boven de geiten en niet langer boven de voergang, heeft hieraan bijgedragen, verwachten de ondernemers.

De rantsoenefficiëntie lag in 2022 op 1,50 en kwam in de zomer zelfs op 1,65 (1 kg voer wordt omgezet in 1,65 kg melk). Jelle van de Mortel rekent uit dat de voerwinst (inclusief ruwvoer) op 730 euro komt, 2 euro per dag. Niek vat het samen: “Er gaat duur voer in de geiten, en ook veel, maar er komt ook veel voor terug. Een saldo van 2 euro per dag haal je niet als je de liters niet hebt.”


“We zoeken de bredere bokken, met veel volume ook.”


Driemaal per jaar vindt er melkcontrole plaats. Die gegevens worden gebruikt voor de selectie van de dieren voor de fokkerij. Van de hoogst productieve dieren in grammen vet en eiwit per dag, bekijken Cees en Niek het exterieur: hoofdzakelijk letten ze op speenplaatsing en uier. Uit deze groep selecteren ze de beste 150.Met name eigen bokken worden ingezet, maar voor nu en dan wat vreemd bloed, betrekt de familie sperma van Nederlandse ki-stations. Ze zetten vooral geen melktypische bokken in, maar zoeken de wat bredere bokken. Ze zien dat daardoor de levensduur stijgt. Verder kijken ze bij de bokkenkeuze naar de vererving van hoge producties, zowel op melkbasis als gehaltes. “We matchen geiten die veel melk produceren maar door het verdunningseffect wat achterblijven met de gehaltes, met bokken die een mooie productie hebben en uitblinken in hun gehaltes. En andersom.” Niek en Cees zien bij de bokken graag veel volume, zodat ze veel ruwvoer kunnen verwerken. Ook de lijn van de bokken vinden ze belangrijk. “Wij zijn geen fan van een bok die alleen een goede moeder heeft; we zien graag dat het verder in de lijn ook goed zit.” Tot slot speelt persistentie een rol. “We houden geen bokken aan van moeders die te veel dippen in de winter. Dit kost immers melk.”

Met een voermengwagen krijgen de geiten eenmaal per dag hun portie ruwvoer.
Foto: Wilma Wolters

Opfok eet al veel ruwvoer

De vervanging ligt tussen de 20 en 25 procent. In 2022 werden 130 dieren afgevoerd en zat de vervanging op 20 procent. “Reden van afvoer is eigenlijk nooit dood, maar vaker een te lage dagproductie – we houden 1,5 liter aan als ondergrens – of iets als kromme poten”, aldus Cees. Ook bij de lammeren is de uitval laag: 3 procent, inclusief de bokjes, vertelt Niek. De lammeren krijgen driemaal biest gevoerd met de fles. Dat is koebiest aangevuld met kunstbiest tot 24 brix. Niek: “Vanaf 4 maanden gaan we de lammeren al beperkt voeren, anders groeien ze te hard. Daardoor eten ze gedurende de opfok al veel ruwvoer en ontwikkelen ze zo een goede, sterke pens. Als melkgeit kunnen ze vervolgens veel voer opnemen en het voer efficiënt omzetten naar melk.”

Het ruwvoer gaat in balen en grote partijen worden bemonsterd.
Foto: Wilma Wolters

Erbovenop zitten

Zowel Cees als Jelle van de Mortel noemen ‘erbovenop zitten’ een van de redenen waarom de geiten het zo goed doen. Cees: “Veel signalen zie je elke dag. Mest, is het voer op, melkproductie. Elke melkophaalgift bestuderen we: hoeveel liter hebben we afgeleverd, wat is het ureum. Als ons iets opvalt, reageren we daar direct op.”  Melken doen de ondernemers al tien jaar driemaal per dag, en veelal zelf. “Als je dat anderen laat doen, zie je de dieren niet en mis je informatie.” Bovendien dokteren ze veel zelf uit, en zijn ze bereid om andere dingen te proberen. Ook een heel belangrijke: de ondernemers houden elkaar scherp, Cees en Niek sparren onderling veel. De geitenspecialist voegt toe: “De hoofdlijnen kloppen hier. We discussiëren over kleine dingen als wanneer er hooi bijgevoerd moet worden, of mineralen.”

Woensdag 14 december om 12 uur in de stal in Strijen: zeker 90 procent van de geiten ligt met bolle buiken in het verse pak stro te herkauwen. Misschien is dat nog wel een mooier plaatje dan 2 uur eerder.

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilma Wolters
Wilma groeide op tussen koeien en paarden, en vond dat geweldig. Ze volgde de Hogere Agrarische School in Dronten, studeerde nog 2 jaar aan de...
Meer over:
Reportage
Deel dit bericht: Facebook Twitter WhatsApp LinkedIn

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief