Algemeen | Magazine | Premium | Reportage

‘Gezonde geiten belangrijker dan topproductie’

Vlak over de grens bij Venlo, in Grefrath, aan de Nederrijn, runnen Norbert en Bettina Konnen en hun dochter Lydia een boerderij met 500 melkgeiten. Het is een zogeheten Hofkäserei. In de boerderij­winkel verkopen ze eigen producten.

Omdat de bouw van een nieuwe ligboxenstal voor hun zestig stuks melkvee in 2004 te duur was, ging de familie Konnen uit het Duitse Grefrath steeds meer geiten houden en steeds minder melkvee. Omdat geitenkaas veel meer oplevert dan alleen melk produceren, begonnen ze een jaar later al met kaas maken. Bettina Konnen: “En melk aan de handel leveren hier in de regio lukte überhaupt niet, omdat de geitenmelkhandel waar wij aan wilden leveren failliet ging.” Konnen had echter geen kaas leren maken van haar ouders en in de regio waren ook geen kaasmakerijen waar ze terecht kon, dus kocht de jonge kaasmaakster een boek over kaas maken. Via dit boek leerde ze hoe ze kaas moest maken. Ze koos ervoor om de geitenmelk te pasteuriseren en niet voor een rauwmelkse versie te gaan. Konnen lachend: “In de avonduren stond ik in de keuken te experimenteren, maar het ging steeds beter.” De nieuwbakken geitenhoudster is trouwens geen onbekende met schapen en geiten, in haar jonge jaren heeft ze al met deze dieren gewerkt bij een oom die schapenhouder was.

Bettina en Lydia wonnen de afgelopen jaren meermaals gouden- en zilveren medailles van het Duitse DLG kwaliteitskeurmerk.

Voorbijgangers vragen om kaas

Een biologische winkel in het Duitse dorp Nettetal, dat iets verderop ligt, had wel interesse in de kazen van de familie Konnen. “Zij zeiden: als je een aantal kwalitatief goede geitenkazen kunt leveren, mag je daarna meer leveren.” Ook waren er mensen uit de regio die zagen dat de familie Konnen geiten had en vroegen of ze geitenkaas bij haar konden kopen. Op die manier verkocht de familie gaandeweg steeds meer geitenkazen. Ze besloten om hun kazen ‘Bööscher geitenkaas’ te noemen; de naam Bööscher is de Nederduitse naam van de regio waarin de boerderij is gevestigd. In de herfst van 1987 was de eerste geitenkaasmakerij klaar, inclusief een kleine opslag met een zoutbad en een gedeelte met kaasplanken om ze te laten rijpen.

In 1990 werd de kaasmakerij al te klein en werd uitgebreid naar 40 m2. De verwerkingscapaciteit werd meer dan verdubbeld, van 400 naar 800 liter per dag. Ondertussen was het aantal melkgeiten stevig uitgebreid naar 120 stuks. Daardoor moest er ook een compleet nieuwe potstal worden gebouwd in 1991, deze werd 700m2. Tevens werd er een 36-stands carrousel, een binnenmelker, van DeLaval gebouwd. De melkmethode is gangbaar. Daarnaast verwerkte familie Konnen ook nog de geitenmelk van een collega-geitenhouder met honderd geiten tot geitenkaas. Reeds in 1994 was deze kaasmakerij ook alweer te klein. Vandaar dat in 1995 weer een uitbreiding van de kaasmakerij volgde. Konnen: “En omdat ik niet nóg eens tien keer wilde uitbreiden, maakten wij nu een grote stap. De verwerkingscapaciteit ging naar 10.000 liter per dag.”

De familie Konnen heeft een professionele boerderijwinkel waar ze ook ‘Bööscher Boerderij-ijs’ verkopen.

425.000 liter per jaar

In eerste instantie kocht familie Konnen tweedehands kaasmakerijmachines uit Nederland. Vooral machines van C. van ‘t Riet uit Aarlanderveen. Konnen: “Ik ben zelf naar Holland gereden, dat natuurlijk vlakbij is, en heb de machines zelf opgehaald.” Bij de laatste uitbreiding in 1995 werden nieuwe kaasmakerijmachines gekocht, ook weer bij C. van ‘t Riet. Hadden ze in 1995 nog 350 melkgeiten, inmiddels heeft Hofkäserei Konnen 500 melkgeiten. De totale melkproductie ligt jaarlijks gemiddeld op zo’n 425.000 liter melk. Iedere melkgeit heeft een rollend jaargemiddelde van ruim 800 liter. Konnen: “Dat is inderdaad niet extreem hoog, maar dat is een bewuste keuze. Ik heb liever gezonde dieren, dan een topproductie en minder gezonde dieren.”

De geiten krijgen alleen natuurlijk voer en kunnen dagelijks naar buiten. De geitenmelk wordt voor gebruik gepasteuriseerd en vervolgens met kaasculturen aangezuurd en verdikt met microbieel stremsel (verkregen uit micro-organismen zoals bijvoorbeeld de schimmel Mucor miehel). Konnen: “Wij gebruiken dus absoluut geen conserveringsmiddelen.”

De geiten kunnen elke dag naar buiten. Er is 18 hectare grond bij de boerderij.

Assortiment steeds uitgebreider

Gaandeweg de jaren is het assortiment van Hofkäserei Konnen steeds meer uitgebreid. Naast de geitenkaas, -melk en -boter kwamen in 1987 diverse soorten roomkazen erbij, een jaar later de voorgesneden kaas in heel veel smaken als basilicum, knoflook, Provinciaalse kruiden, peper, truffel, brandnetel/knoflook, enz. In 1989 volgde de geitenkwark. Konnen: “Het aroma-palet van al onze producten loopt van mild tot kruidig, tot aan pikant-scherp.” Dat familie Konnen kwaliteitsproducten maken van hun geitenmelk blijkt wel uit het feit dat ze de afgelopen jaren meermalen goud- en zilvermedailles gewonnen hebben wat het Duitse DLG kwaliteitskeurmerk betreft. In 1996 kregen ze zelfs de EU-certificering ‘Traditioneel geproduceerde geitenmelkproducten’.

Naast dat ze deze producten maken van de geitenmelk maken ze sinds 2004 ook ‘Bööscher Boerderij-ijs’, gemaakt van geiten- of koeienmelk, naar gelang er aanbod is. Naast een eigen boerderijwinkel leveren ze, indien gewenst, ook aan kruideniers, restaurants en hotels en aan boerderij- en landwinkels. Bettina heeft inmiddels twee Molkerei-/Tierwirtschaftsmeisterin titels en twee gezeltitels. En ook dochter Lydia is inmiddels Molkereimeisterin.

Het aroma-palet van de producten van Hofkäserei Konnen loopt van mild tot kruidig, tot aan pikant-scherp.

Natuurlijke dekking

In totaal heeft de Duitse familie achttien hectare grond, dat puur uit grasland bestaat. Ze ruilen hun vaste mest van de geiten met hun buren die melkveehouders zijn. De mest van dit melkvee verspreiden ze zelf over de achttien hectare grond. De man van Bettina, Norbert, heeft alle werktuigen om de mest te verspreiden en ook om gras te oogsten in balen. Wat de fokkerij betreft doet de familie niet aan KI, maar geeft de voorkeur aan natuurlijke dekking. Konnen: “Wij kopen, om inteelt te voorkomen, bokken aan van andere Duitse geitenhouderijen. Momenteel hebben wij vier dekbokken. Wij geven onze bokken ook namen.”

Wat het dekmanagement betreft laten ze alle geiten in één keer dekken, ze werken dus niet met productiegroepen. Dit gaan ze op termijn wel veranderen volgens Konnen. “Wij willen naar twee productiegroepen. Met de oudere geiten willen wij gaan duurmelken en de jongere geiten die voor de eerste keer gedekt worden, dat wordt dan een aparte productiegroep. Reden om dit te doen is dat je met de oudere geiten minder kans op complicaties hebt. Aflammeren blijft natuurlijk altijd een risicovolle gebeurtenis, ook wat kans op ziektes betreft.” De toekomst is ook verzekerd nu dochter Lydia per 1 juli 2021 het geitenbedrijf van haar ouders overgenomen heeft. Bettina lachend: “Ik ben dus onbetaald medewerker hier momenteel op het bedrijf. Lydia en haar partner Patrick hebben drie kinderen, dus wellicht zit er een of meerdere opvolgers tussen.”

Personalia

Norbert en Bettina Konnen en hun dochter Lydia uit Grefrath aan de Nederrijn

Bedrijf

De familie heeft een geitenhouderij met 500 melkgeiten.

Nevenactiviteiten

Het bedrijf is een Hofkäserei: Bettina en Lydia maken allerlei producten met de geitenmelk en verkopen die in de boerderijwinkel.

 

Tekst: Dick van Doorn

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief