Geiten zijn bereid elkaar te helpen zonder daar zelf direct iets voor terug te krijgen. Dat tonen Duitse en Oostenrijkse onderzoekers aan.
De meeste geiten in het onderzoek vertonen prosociaal gedrag, dat wil zeggen dat ze anderen helpen zonder direct eigen voordeel. Het Onderzoeksinstituut voor Landbouwhuisdierenbiologie (FBN) in het Duitse Dummerstorf ontwikkelde samen met collega’s van de Universiteit voor Diergeneeskunde in Wenen (Oostenrijk) een experimenteel apparaat, het zogenoemde ‘nep-appelboom’-apparaat, geïnspireerd op het natuurlijke klimgedrag van geiten. In deze experimentele opstelling kan een geit op een platform klimmen waardoor de tak van de boom, met daaraan een voerautomaat, naar beneden beweegt. Dit gebeurt op enige afstand van de geit, zodat zij er niet zelf bij kan, maar wel een andere geit.
De resultaten tonen aan dat geiten significant vaker interactie hadden met het apparaat als er voer in zat voor hun soortgenoten. Ze bleven ook langer op het apparaat staan als het gevuld was met voer waardoor alleen hun soortgenoten bij het voedsel konden – zonder dat ze probeerden er zelf naar te reiken.
Verschillen tussen geiten
De onderzoekers concluderen dat landbouwhuisdieren prosociaal gedrag vertonen. Hoewel niet alle geiten uniforme prosociale tendensen vertoonden, biedt de variatie tussen individuen interessante aanknopingspunten voor verder onderzoek. “Onze resultaten suggereren dat prosociale tendensen ook voorkomen bij landbouwhuisdieren zoals geiten, wanneer de experimentele omstandigheden zijn aangepast aan hun natuurlijke gedrag”, zegt dr. Jan Langbein van de werkgroep Gedrag en Dierenwelzijn van de FBN.
Foto: FBN