Het aanbod van vlees en melk van Nederlandse bodem daalt, wat een prijsopdrijvend effect heeft. Dit is gunstig voor veel overblijvende boeren die, ondanks dat voor sommige producten internationale prijsvorming plaatsvindt, hun inkomsten zien stijgen. Dat schrijft ABN Amro.
De Nederlandse veestapel (de bank heeft het dan over melkvee, kalf, varken en pluimvee) krimpt naar verwachting tussen de 15 en 18 procent als gevolg van beëindigings- en afromingsregelingen. Dit verstoort de zuivel- en vleessector. Naast een prijsopdrijvend effect waar soms overblijvende boeren profijt van kunnen hebben, ziet de bank dat bedrijven die afnemen van de boer vaker te maken krijgen met hogere kosten die maar in beperkte mate doorgerekend kunnen worden aan de consument.
Overcapaciteit
Een tweede gevolg dat ABN Amro beschrijft, is dat volumes dalen waardoor overcapaciteit dreigt bij bedrijven die bijvoorbeeld dieren slachten of melk verwerken. Bij deze bedrijven komt de rentabiliteit onder druk als ze geen aanpassingen doorvoeren in hun verdienmodel.
Volgens de bank kunnen deze bedrijven tijdig anticiperen door een nauwere relatie aan te gaan met toeleveranciers, toevoer uit het buitenland te halen en te focussen op toegevoegde waarde in plaats van volume.