Gezondheid | Magazine | Premium

Maxime Pals (UU) onderzoekt uiergezondheid – ‘Bacterie speelt een rolbij onkante uiers’

Geiten met onkante uiers blijken vaker de bacterie Staphylococcus caprae in de melk te hebben. Ook is hun celgetal in de regel hoger dan dat van geiten met een symmetrisch uier. Dat ontdekte Maxime Pals, die haar promotieonderzoek uitvoert bij de Universiteit Utrecht. Ze gaat nog onderzoeken wat dit precies betekent.

Elk geitenbedrijf kent wel geiten waarvan de ene uierhelft beduidend kleiner is dan de andere. Onkantheid komt voor bij 24 procent van de geiten die voor de tweede maal gelamd hebben, en bij 15 procent van de eerstelamsgeiten, zo stelden onderzoekers De Geus en Derksen van de Universiteit Utrecht al eerder vast. Wat de exacte oorzaak is van onkantheid, is nog niet bekend – net als de exacte gevolgen van ontkantheid voor geit en bedrijf. Pals probeert antwoorden op deze vragen te vinden in haar promotieonderzoek, dat zij doet bij veterinair epidemioloog Gerrit Koop aan de Universiteit Utrecht.

Geiten met een ernstig onkant uier zijn niet gemakkelijk uit te melken en worden vaak uiteindelijk eenspeen. “Om dat te voorkomen, willen we een manier ontwikkelen om onkantheid vroeg te detecteren. Misschien lukt het dan ook om er iets aan te doen”, vertelt Pals, die nu halverwege haar vier jaar durende promotie­onderzoek zit. Sinds haar zestiende melkt ze koeien en ook met het werk op een geitenbedrijf is zij bekend.

Op de Landelijke keuring liepen geiten met mooi symmetrische uiers.

Vaker Staphylococcus caprae

Waardoor onkantheid ontstaat, is niet bekend. De meest waarschijnlijke oorzaak acht Pals een uierinfectie. “Door zo’n infectie breekt uierweefsel af en wordt het vervangen door bindweefsel, waardoor littekenvorming ontstaat en de uier krimpt.”

Op 5 geitenbedrijven scoorde zij in totaal 250 jaarlingen op symmetrie van de uier en nam melkmonsters op verschillende momenten in de lactatie. 8 procent van de jaarlingen uit deze onderzoeksgroep bleek een onkant uier te hebben na 3 tot 4 maanden lactatie. Binnen die groep had 62 procent een bacterie in de melk, tegenover 49 procent in de groep met symmetrische uiers. “Onkante geiten hebben dus vaker een bacterie in de melk”, vat Pals haar bevindingen samen.

Uit nadere analyse bleek dat met name de bacterie Staphylococcus caprae veel vaker voorkomt bij geiten met een onkant uier: 50 procent tegenover 20 procent bij geiten met een symmetrisch uier. “Die bacterie heeft dus een link met onkantheid bij geiten”, aldus de Utrechtse promotieonderzoeker.

Een gezond uier, dat wil zeggen met symmetrische uierhelften, zoals gedetecteerd door het AI-model.
Met behulp van kunstmatige intelligentie wordt in de linkeruierhelft ­onkantheid vastgesteld.

Hoger celgetal

De metingen in melkmonsters laten een verschil zien in celgetal tussen de groepen dieren. “Door de tijd heen is bij de asymmetrische groep het celgetal hoger dan bij de groep met een symmetrisch uier.” Na 3 maanden lactatie scheelde het celgetal tussen beide groepen gemiddeld 262.000 cellen per ml melk. Uit een vorig onderzoek bleek dat melkgeiten met Staphylococcus caprae, meer melk zouden produceren en dus meer functioneel klierweefsel zouden hebben. Terwijl geiten met een hoger celgetal wel minder melk zouden produceren. “Dit maakt het interessant genoeg om het celgetal en bacteriologisch onderzoek van deze twee groepen jaarlingen verder op te volgen na 1 jaar in lactatie.”

Verder uitzoeken

Om beter te begrijpen wat het voor de geiten en de bedrijfsvoering betekent dat geiten met onkante uiers vaker Staphylococcus caprae in de melk hebben en een hoger celgetal scoren, duikt Pals de komende tijd nog dieper in de gegevens die ze verzamelde. “Ik ga het celgetal en de aanwezige bacteriën per uierhelft bekijken. Aan de hand van de scores en foto’s wil ik nagaan hoeveel van de geiten die na drie maanden in lactatie al licht onkant waren, een jaar later eenspenen zijn geworden.”

AI-model detecteert onkantheid

Als opstap naar een techniek die in een vroeg stadium onkantheid kan detecteren, ontwikkelde Kacper Libera – ook promovendus aan de Universiteit Utrecht – een model met kunstmatige intelligentie (AI) in het kader van het promotieonderzoek van Maxime Pals. Libera denkt dat de inputdata voor het model van goede kwaliteit is, want de score komt van uiergezondheids­experts Gerrit Koop en Yvette de Geus. Libera vertelt: “Ons proto­type heeft een nauwkeurigheid van bijna 90 procent. Dat betekent dat het huidige model voor bijna 90 procent hetzelfde scoort als Koop en De Geus.”

Ondanks deze hoge nauwkeurigheid traint Libera ook nog andere versies van het model, om te bekijken of de detectie van onkante uiers nóg beter kan. “We trainen, valideren en testen het model met de foto’s en video’s die Maxime en ik verzamelden. We willen kijken of het model ook werkt op meerdere melkgeitenbedrijven.”

In de praktijk

Pals en Libera zien het gebruik van deze AI-techniek al voor zich. Pals heeft daar hoge verwachtingen van: “Een camera of telefoon in de melkstal zou tijdens elke melking de onkantheid kunnen scoren. Als het kan worden ingebouwd in een management­programma kan daar een verslag uitrollen en een vergelijking met de dag, de week en de maand ervoor. Wellicht kunnen we het in de toekomst koppelen aan het geitnummer, dat zou perfect zijn.”

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilma Wolters
Wilma groeide op tussen koeien en paarden, en vond dat geweldig. Ze volgde de Hogere Agrarische School in Dronten, studeerde nog 2 jaar aan de...
Meer over:
Gezondheid
Deel dit bericht: WhatsApp Facebook

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief