In alle EU-lidstaten gelden sinds 9 november nieuwe voorschriften voor het oraal toedienen van diergeneesmiddelen, zo meldt de KNMvD. Deze aangescherpte regels moeten ervoor zorgen dat geneesmiddelen bij dieren die voedsel produceren veiliger en effectiever worden toegediend.
De bepalingen hebben betrekking op middelen die worden verstrekt via drinkwater, topdressings of mengvoer – inclusief vloeibare voeders. Individuele orale toedieningsvormen zoals tabletten, producten voor huisdieren en gemedicineerd voer vallen buiten deze nieuwe regels.
Voor dierenartsen betekent dit een zwaardere motiveringsplicht. Wanneer zij een oraal middel voorschrijven, moeten zij duidelijk onderbouwen waarom deze behandelmethode nodig is en past binnen de situatie. Daarbij spelen factoren mee zoals de diagnose, het dier en het bedrijf, mogelijke alternatieve behandelingen en de staat van de aanwezige apparatuur. Daarnaast moeten dierenartsen veehouders informeren over resistentierisico’s, correcte toepassing en de veilige afvoer van restanten.
Extra beperkingen
Voor antimicrobiële en antiparasitaire middelen gelden extra beperkingen. Zo mag er maar één antibioticum tegelijk worden voorgeschreven en mag toepassing via vast voer alleen bij individuele dieren of kleine groepen waarvan de opname per dier kan worden gecontroleerd. Voor waterdieren blijft behandeling van groepen wel toegestaan. Lidstaten kunnen bovendien aanvullende eisen stellen; in Nederland moet daarover nog een besluit worden genomen.
Veehouders moeten informatie verstrekken over voer, drinkwater en andere factoren die de werking van het middel kunnen beïnvloeden. Ook dragen zij verantwoordelijkheid voor een correcte opslag, bereiding en toediening, inclusief het gebruik van geschikte apparatuur. Producenten en vergunninghouders moeten hun SPC’s en bijsluiters aanpassen waar dat nodig is. Uiterlijk 9 mei 2029 moeten alle documenten aan de nieuwe regelgeving voldoen. (KNMvD)
Geitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
