Magazine | Management | Premium

Kringlooplandbouw in de praktijk

Kringlooplandbouw lijkt op dit moment bijna een magisch woord te zijn en de oplossing voor elk agrarisch probleem. Hoe zien geitenhouders dat, die al jaren proberen de kringlopen op hun bedrijf zo veel mogelijk te sluiten?

Michael Borsten in Oostelbeers (Noord-Brabant) behoort tot het selecte groepje geitenhouders dat al halverwege de jaren tachtig geiten molk. In 1994 maakte hij zijn bedrijf biologisch. Hij probeert bestaansrecht te verwerven door een goed en lekker product te maken en houdt daarbij goed in het oog dat dit op een manier gebeurt die zo min mogelijk grondstoffen opgebruikt. Sander Koster bestiert sinds 2003 een biologisch-dynamisch gemengd bedrijf met akkerbouw en geiten in het Friese Pietersbierum, waar sinds 1996 melkgeiten worden gehouden. De lichte zavelgrond is heel geschikt voor akkerbouw, en om de bodem gezond te houden heeft die een rustgewas nodig. Grasklaver is daarvoor een prima gewas en de geiten eten dat rustgewas op. Deze ondernemers laten zien dat kringlooplandbouw nu al – in bepaalde mate – plaatsvindt. “Vaak zit daar iemand achter met een visie, die de wereld als een systeem ziet, en waarin kringloopdenken vanzelfsprekend is.”

Veranderen moet

Carola Schouten noemde kringlooplandbouw ‘de sleutel voor de toekomst van de landbouw’. Michael Borsten is het daar in zoverre mee eens dat hij de mening deelt dat de landbouw moet veranderen. “Ik denk dat er behoefte is aan verandering. Dat maakt de consument en de maatschappij ons volgens mij duidelijk. Met haar visie geeft de minister wat richting om te veranderen.” Dat is nodig, vindt dus ook Borsten. “Want,” zo zegt hij, “de landbouw heeft zichzelf geen rem opgelegd. We zijn losgezongen van de roots, van de zorg voor grond, dieren, mest, voer, kringloop en onze corebusiness voedselproductie.” Met name de industrialisatie van de sector is daar debet aan volgens Borsten. “Alle problemen denken we technisch te moeten oplossen. Voor het voeren van geiten gebruiken we geavanceerde machines, tegen uitstoot van ongewenste stoffen zetten we luchtwassers op stallen. Dit is niet direct en alleen te wijten aan de ondernemers zelf; druk en regelgeving leiden ook tot oplossingen in techniek. Maar ik denk dat de consument het niet snapt en niet accepteert.”

Omweg naar grondgebonden

Minister Schouten omschrijft kringlooplandbouw heel algemeen: ‘Hierbij komt zo min mogelijk afval vrij, is de uitstoot van schadelijke stoffen zo klein mogelijk en worden grondstoffen en eindproducten met zo min mogelijk verliezen benut’. Borsten geeft zijn eigen definitie: “Bij kringlooplandbouw draait het om verbanden aanbrengen en harmonie bewaren tussen … alles eigenlijk. Dan is hóe we produceren net zo belangrijk als wát we produceren. Het is niet alleen een kwestie van iets in de geit stoppen en kijken wat eruit komt, maar dan speelt bijvoorbeeld ook mee hóe je het voer maakt en waar dat vandaan komt.”

Koster denkt dat een kringloopboer breder kijkt en denkt dan het eigen bedrijf en groter dan de eigen omgeving, en brengt kringlooplandbouw al snel in verband met een gemengd bedrijf. Volgens hem is terug naar de jaren vijftig, toen boeren net zoveel grond hadden als dat ze mest produceerden, de beste invulling van kringlooplandbouw. Dat dat geen optie is voor de hedendaagse Nederlandse landbouw, ziet hij in. “Dan wordt het een hele harde sanering”, aldus Koster. “Het heeft jaren geduurd voordat we met grond en dieren zo uit evenwicht zijn geraakt als dat we op dit moment zijn, en dus zal het ook weer jaren duren voordat dit teruggedraaid is. Maar we moeten er wel nu mee beginnen, anders blijft het scheef. Ik zie de kringlooplandbouw als een van de omwegen naar grondgebondenheid.” In het ideaalplaatje zou fosfaat dan gebonden worden aan de grond, en niet aan dieren, zegt Koster. “In combinatie met verplicht gebruik van dierlijke mest op die gronden is daarmee elk mestprobleem opgelost.”

Borsten ziet de jaren vijftig-aanpak als inspiratie, maar niet als oplossing voor nu. “Tijden veranderen, dus moeten we zoeken naar andere oplossingen. Maar ik vind een andere kijk op de zaken, waarbij hóe we produceren net zo belangrijk is als wát we produceren, een goede insteek om de landbouw te veranderen.” Zelf heeft Koster op dit moment geen akkerbouwtak meer, maar hij werkt samen met een biologisch-dynamische akkerbouwer in de buurt. Binnen die samenwerking teelt

Koster de groenbemester (grasklaver) en sinds dit jaar op 1,5 hectare ook graan dat hij als krachtvoer wil verstrekken. Op deze gronden zet hij de geitenmest af. “Het land is de maat voor het aantal dieren dat ik houd”, zegt hij. Biologisch stro haalt hij uit Denemarken, gangbaar stro betrekt hij van een buurman.

Borsten teelt het meeste ruwvoer, grasklaver, voor zijn geiten op eigen grond. In de wei staat kruidenrijk gras met onder andere verschillende soorten klavers en kropaar, en hij heeft een perceel zonnebloemen die hij als gps voert. Af en toe teelt hij graan wat hij als krachtvoer voert. De mest gaat naar een tuinder in het dorp die voor Borsten grasklaver teelt en hem tweedekeuspaprika’s en -komkommers brengt als geitenvoer. De ondernemer is weer op zoek naar een vaste akkerbouwer, zoals hij dat in het verleden ook kende, waar hij mest naartoe kan brengen en die voor hem mais wil telen. “Mais telen op zandgrond is moeilijk, en ik ben veel tijd en aandacht kwijt aan het telen van grasklaver. Daarom besteed ik de maisteelt graag uit.” Knelpunten

Borsten en Koster weten dat het een utopie is dat alle boeren gaan werken zoals zij. Borsten ziet daarvoor de concentratie van dieren als probleem. Koster ziet vooral samenwerking als knelpunt voor de ontwikkeling van kringlooplandbouw. “De regelgeving stuurt boeren op dit moment vooral richting onafhankelijkheid. De regelgeving zou juist moeten stimuleren dat bedrijven elkaar gaan opzoeken”, denkt Koster. Want de kringloop realiseren op je eigen bedrijf zal niet meevallen, vinden zowel Borsten als Koster. Borsten ziet het wel gebeuren dat de nieuwe GLB-regels samenwerking zullen belonen. “Bijvoorbeeld als je een langdurige relatie hebt met een akkerbouwer die jouw mest afneemt.”

Dan zien beide ondernemers nog een wat minder grijpbaar knelpunt voor de overgang naar kringlooplandbouw. Dan gaat het om de mindset of zelfs levensvisie van de boeren. “Ik zie mezelf als rentmeester van een stukje van de wereld, ik ben een klein onderdeel van een systeem”, legt Koster uit. “Op basis daarvan maak ik keuzes. Sommige keuzes kosten me geld. Zo koop ik biologisch stro, rijd ik op blauwe diesel en voer ik zo min mogelijk krachtvoer. Ik wil zo goed mogelijk invulling geven aan het rentmeesterschap.” Borsten: “Ik ga uit van de grond die ik ter beschikking heb en houd het aantal dieren dat daarbij past. Maar er zijn verschillende manieren van boeren en de ene is niet per se beter dan de andere. Dat neemt niet weg dat ik denk dat de manier van boeren belangrijker wordt, en dat ik ook denk dat die beloond dan wel bestraft gaat worden. Bovendien, de biologische landbouw kan de wereld voeden. Dat is onderzocht en dat is niet het probleem.”

Afzet in korte ketens

Kringlooplandbouw beperkt zich niet enkel tot de input van een bedrijf. Schouten zou ook graag zien dat de afzet in korte ketens gebeurt, zo veel mogelijk rondom huis. Borsten vindt dat best een ingewikkeld onderdeel van kringlooplandbouw. “Wij leveren aan de Organic Goat Coöperatie, een coöperatie dus, en ik zou invloed moeten hebben op waar mijn melk wordt afgezet. Ik pleit er binnen de coöperatie ook voor dat de afzet niet te ver weg plaatsvindt. Maar er is ook nog zoiets als marktwerking. En dat verhindert weleens dat de melk in Nederland of buurlanden terechtkomt.” Ook Koster levert aan diezelfde coöperatie, en is dezelfde mening toegedaan als Borsten. Want zelf kaas en vlees verwerken en lokaal afzetten is mooi, maar niet altijd efficiënt.

Borsten en Koster: “Het is veel werk en betekent een vak erbij. Voor een gezinsbedrijf is dat niet altijd te doen. Een coöperatie opzetten en de producten gezamenlijk afzetten is dan praktischer. Als individuele boer moet je dan je coöperatie wel scherp houden op lokale afzet. Dan past een coöperatie binnen het kringloopdenken, vind ik. En je zou goed moeten omschrijven hoe je de producten produceert.”

Verdienmodel

Volgens Schouten hoort bij kringlooplandbouw dat elke boer zijn boterham moet kunnen verdienen. Maar hoe gaat dit gerealiseerd worden? Volgens Borsten is dat eigenlijk eenvoudig. “Het kostprijsdenken moet eruit. Dan kun je gemakkelijker een vuist maken naar de consument en zeggen: we hebben dat geld nodig. De Groene Geit maakte in het verleden kostprijsberekeningen. Daarmee hadden we een verhaal dat we aan onze afnemers konden laten zien, waardoor zij vervolgens makkelijker die prijs betaalden. Eigenlijk moeten we ons verhaal kloppend maken door grond, vee en mest in evenwicht te brengen met elkaar, en dat moeten we uitdragen.”

Alleen uitdragen dat die prijs nodig is, is volgens Koster niet voldoende. “80 procent van de consumenten is niet geïnteresseerd in zijn voedsel en slechts 10 procent van ons inkomen wordt eraan besteed. Daar ligt volgens mij de sleutel; bij de waarde van voedsel. Het voelt weleens of de landbouw wordt weggepest door regelgeving en de maatschappij, en dat laat voor mij zien dat we de waarde van voedsel en de waarde van boeren niet onderkennen.”

Borsten kan daarin meegaan en vindt dat ook de ‘boerenstand’ zelf is vergeten te vertellen wat hij doet: voedsel produceren. Koster ziet hier een taak voor de keten weggelegd. “Als boer probeer je met de coöperatie invloed uit te oefenen op de prijs en je laat je stem horen. Maar de consument kun je als boer moeilijk bereiken. Dat zou je samen in de keten moeten doen.”

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief