Magazine | Management | Premium

Pootband biedt veel data

Als de activiteit van een geit toeneemt, kan dat een aanwijzing zijn dat ze rits is. Een stappenteller kan die activiteit prima meten. Bovendien kun je de data die de pootband met sensor verzamelt ook gebruiken voor andere zaken.

Bij de hoofdfoto: Geitenhouder Julien Hendrickx, Kees Hoogendoorn en Dirk Keijzers (beide Elda/GKN) hebben ervaring met stappentellers. Foto: Wilma Wolters

Bij koeien is het al jaren een vertrouwd beeld: een stappenteller om de poten. Ze worden in de melkveehouderij vooral ingezet om het beste inseminatiemoment te bepalen. Het Israëlische bedrijf Engs – dat in Nederland samenwerkt met Fullwood – heeft een specifieke geitenstappenteller ontwikkeld. Deze is anderhalf maal kleiner dan de variant voor de koe.

Sinds 2019 heeft de Nederlandse geitenhouder Julien Hendrickx uit het Brabantse Ossendrecht ervaring opgedaan met deze sensoren. In de eerste plaats gebruikt hij ze om het optimale inseminatiemoment vast te stellen. Vandaar dat hij Geiten Ki Nederland (GKN) bij zijn ‘project’ betrok. Op dat gebied heeft de stappenteller zich bewezen in de stal van Hendrickx. Maar er zijn meer toepassingen te bedenken. Hendrickx en meerdere specialisten om hem heen zijn enthousiast.

Sinds 2009 paste Julien Hendrickx ki en synchroniseren toe. De drachtigheidsresultaten waren toen wisselend: tussen de 50 en 80 procent. “Dat zinde me niet”, vertelt de geitenhouder. “Ik weet niet of het echt zo werkt, maar ik had de indruk dat in periodes dat bokken veel moesten springen, de spermakwaliteit wel eens op het randje was.”

Niet moeilijk

Hij volgde een cursus geiten insemineren, en die cursus bevestigde zijn vermoeden dat insemineren niet moeilijk is. Vanaf dat moment is hij op natuurlijke bronst gaan insemineren. Tijdens het Nationaal Geiten Event in 2018 raakte Hendrickx aan de praat met Fullwood over de stappentellers en in het najaar van 2019 kreeg hij 50 banden en draaide hij voor het eerst met de techniek. “Ik wilde betere drachtigheidsresultaten. En ik had absoluut vertrouwen in stappentellers”, legt de geitenhouder uit. “In het eerste jaar dat ik ermee werkte, kwamen de geiten die volgens de stappentellers verhoogde activiteit vertoonden naar de langslopende bok toe. Na inseminatie op dat moment had ik 75 procent dracht. Daar was ik blij mee.” De belangstelling voor zelf insemineren groeit, constateert Dirk Keijzers van GKN. “Wij krijgen steeds meer klanten die op natuurlijke ritsheid willen insemineren. Met stappentellers, in combinatie met het softwareprogramma, is dat goed mogelijk.”

Keijzers en Hendrickx nemen de proef op de som, en legden afgelopen mei het synchronisatieschema van GKN naast de software van de stappenteller. De resultaten hiervan zijn natuurlijk nog niet bekend, maar Hendrickx vertelt wat zijn ervaring was. “Volgens het synchronisatieschema zou ik de geiten een paar uur later moeten insemineren dan de stappenteller aangaf. Maar op dat moment vond ik de geiten niet goed. Toen ik bij een volgende groep het advies van de stappenteller volgde – en dus vroeger insemineerde dan het synchronisatieschema aangaf – waren de geiten beter open.” Beide heren zien de resultaten straks met interesse tegemoet.

Hendrickx heeft inmiddels 250 stappentellers (op 1.200 melkgeiten) met de bijbehorende software in gebruik. Er is een koppeling met Egam en er staat ook een Elda separatiebox in de stal. Een noodzaak, geeft hij aan. “Attentiegeiten opzoeken is geen optie.”
In het eerste jaar waarin hij de stappentellers gebruikte, had Hendrickx bokken in de stal. “Een keer worden alle geiten dan rits. Met de tweede proef wilde ik geen bokken meer in de stal. Ik deed 250 eerstejaars de pootbanden aan en hield de attenties in de gaten. Maar er werden te weinig dieren rits.”
Als verklaring geeft hij de lange nazomer in 2020 en de stal. Keijzers vult aan: “Om goed te kunnen duurmelken bouwen geitenhouders de stallen zo dat er zo min mogelijk seizoensinvloeden zijn. De stallen zijn goed geïsoleerd en er is jaarrond verlichting van 200 lux, 16 uur per dag. Dit heeft invloed op de seizoensgebondenheid van de geit. Je ziet steeds vaker dat er geiten buiten het seizoen rits worden en in het seizoen niet.”

Als je met stappentellers werkt, is een selectiebox een must, vindt Julien Hendrickx. Foto: Wilma Wolters
De geiten hadden geen moeite met de band om hun poot. Foto: Wilma Wolters Foto: Wilma Wolters

Zoekbok

Om de ritsheid te stimuleren wil Hendrickx komend seizoen een gesteriliseerde zoekbok inzetten. “Het zal erg aan het weer liggen of ik die nodig heb. Als er rauw weer is in september, denk ik niet dat ik de bok hoef in te zetten.” Keijzers vult aan: “Het is een feit dat als je een week een bok tussen de geiten jaagt, de groep eerder rits wordt. Op deze manier selecteren we misschien onbewust ook wel op vruchtbaarheid. Want geiten laten zelf hun ritsheid zien en je synchroniseert geen dieren meer die niet rits worden of niet vruchtbaar blijken.”

Hendrickx heeft op deze manier van februari tot en met oktober koppeltjes met lammeren. Hij vindt het prettig dat zijn aflamseizoen gespreid is. “Je benut de capaciteit van de lammerenstal veel beter. En als je het seizoen opsplitst, loopt de infectiedruk ook veel minder hard op dan bij één aflamperiode.” De Brabantse geitenhouder heeft in oktober nog graag een koppeltje van zo’n 150 tot 200 lammeren. “In juli en augustus en in oktober vind ik goed afzet voor de bokjes. Ik kan dan ook goede boklammeren leveren, omdat ik er aandacht voor heb. Als er in een week 300 lammeren komen, kan ik ze die aandacht niet geven.”

Toch denkt Keijzers dat ook geitenhouders die de aflamperiode graag kort houden, of meerdere korte aflamperiodes willen hebben, dat kunnen redden met natuurlijke bronst.

Elke ochtend een rapportje

Het softwareprogramma achter de stappentellers geeft met een balkje een periode van acht uur aan waarbinnen het optimale inseminatiemoment ligt. Dit wordt elk uur opnieuw berekend. Hendrickx: “Op dit moment moet ik ze dan nog handmatig selecteren zodat de selectiebox ze apart zet. Als ze daar staan en ik wil gaan insemineren kijk ik altijd nog even op de app of ze nog actief zijn of niet. Pas daarna insemineer ik ze.” Keijzers weet dat hoogproductieve geiten in verhouding minder activiteit zullen vertonen dan laagproductieve geiten op moment dat ze rits zijn. Hij adviseert om bij deze dieren vooral ook te kijken of ze onrustiger zijn en of ze meer wisselen tussen staan en liggen. “Dat hoeft niet per se meer activiteit te geven.”

Als Hendrickx de geiten geïnsemineerd heeft, scant hij ze. Bij het uitlezen van de reader gaan ze vervolgens van de attentielijst af. “Op die manier heb ik ook het precieze inseminatiemoment vastgelegd en kan ik later altijd terugkijken of ik wellicht te vroeg of te laat ben geweest.”

Het bepalen van het juiste inseminatiemoment is het grootste voordeel van stappentellers, vindt hij. “De slagingskans ligt hoger en ik weet van elke geit welke bok erop is gegaan. Ik denk dat ik zo ook genetisch vlugger vooruit kan gaan.”

Elda en GKN zien ook dat het gebruik van stappentellers werkt voor het insemineren. Keijzers: “Het bewijst ook opnieuw dat 70 tot 75 procent dracht met diepvriessperma te behalen is.” Zij willen de service hieromtrent uitbreiden. “Op korte termijn willen wij zorgen dat het systeem in één keer doorloopt: de geit komt op melding en Egam stuurt haar naar de separatiebox, zodat ze klaar staat op het moment dat de geitenhouder dat wil. Die kan haar dan nog controleren en vervolgens insemineren,” aldus Keijzers.

De fokkerijspecialist ziet ook dat er naast het juiste inseminatiemoment nog veel meer data te verzamelen zijn met de stappenteller. “Denk aan het sta-liggedrag rondom aflammeren, maar ook het meten van de hartslag en temperatuur, en het bijhouden van het voerritme. Wij willen deze data analyseren en er hapklare brokken van maken, zodat de geitenhouder het zo makkelijk mogelijk krijgt. Het liefst zien we elke ochtend een kort rapportje met daarop de dieren die geïnsemineerd kunnen worden, wat een groep doet en wat er aan de hand zou kunnen zijn. Iets functioneels,” aldus Keijzers.

De geitenstappenteller die het Israëlische Engs maakt.
Het programma achter de stappentellers. Dit beeld geeft bijvoorbeeld aan dat geit 8103 op 29-03 om 22 uur bovengemiddelde activiteit vertoonde. Foto: Elda

Indicatie voor (pens)gezondheid

Hendrickx heeft ook al enige ervaring met het nut van stappentellers voor voermanagement en diergezondheid. “Na het uitmesten van de pot merkte ik dat een groep geiten meer ging eten. Ik gaf ze daarom iets meer, maar toen gaven de stappentellers minder activiteit aan en ging de melkopbrengst omlaag. Toen wist ik: die zitten tegen pensverzuring aan. Ik heb het voer meteen teruggezet.”

De voerspecialist van Hendrickx, Jan de Kort van ForFarmers, is er net als Hendrikx van overtuigd dat stappentellers in het voermanagement veel zaken vroegtijdig kunnen detecteren. De Kort: “De transitiegroep is daar een goed voorbeeld van. Hoog energetisch transitievoer verstrek je vaak aan de hele groep, terwijl misschien maar 20 procent van de dieren dat echt nodig heeft. Hendrickx heeft de dieren rondom het aflammeren afgelopen jaar transitievoer gegeven dat veel minder energie bevatte. Als je in die groep merkt dat dieren trager worden, kun je ze separeren en als het nodig lijkt, geef je ze bijvoorbeeld propyleen glycol. Of als het veel dieren zijn zou je er een aparte groep van kunnen maken en die wel specifiek transitievoer geven.”

Deze manier van werken beviel Hendrickx uitstekend. Na het separeren deed hij bij deze dieren een ketosemeting en als daaruit bleek dat ze geen slepende melkziekte hadden, gingen ze terug de pot in. “Ik heb dit jaar geen problemen gehad met slepende melkziekte en heb minder verschillende rantsoenen hoeven te voeren.”

Dierenarts bij Lintjeshof Shaula Bouwman heeft ook bij de geitenhouder meegekeken. “Op basis van gezondheidsmeldingen hebben we nu enige onderzoeken uitgevoerd. De komende tijd gaan we dit verder uitbreiden. Ook zullen we de gegevens retrospectief nogmaals analyseren. Het volledig ontsluiten van de informatie rondom diergezondheid is nog een uitdaging. Dit laat zich niet in een proef vangen. Oplettende veehouders, zoals Julien Hendrickx, zijn hierbij van groot belang.”

Op het gebied van gezondheid is het dus nog pionieren met de stappentellers, maar Bouwman is overtuigd van de meerwaarde. “Lintjeshof hecht veel waarde aan data-analyse binnen de veehouderij en dit maakt dat mogelijk. Volgens mij hebben de stappentellers de potentie om uit te groeien tot een belangrijke managementtool die je kunt inzetten voor het managen van het individuele dier in het koppel, maar ook als signaalfunctie voor het koppel.”

De Kort vindt ook gegevens over de aanwezigheid aan het voerhek ‘razend interessant’, zowel op groepsniveau als voor het individuele dier. Voor een groep is het prettig om te zien of het voer wordt opgenomen, zoals je dat had bedacht. Maar een ander pak of nieuwe kuil kan een andere voeropname betekenen. Als de groep dan trager wordt, kun je snel schakelen. “Blijft een individueel dier achter in activiteit, dan kun je kijken of de pens goed gevuld is of naar andere zaken die opvallen. Bij herkauwers, en zeker bij geiten, is de activiteit rechtstreeks gerelateerd aan de pensgezondheid”, aldus De Kort.

De geitenspecialist benadrukt dat het altijd een combinatie blijft van data en wat de geitenhouder aan de dieren ziet. “Data van een stappenteller of welk hulpmiddel ook, kunnen niet zien wat de geitenhouder ziet. Hij blijft toch de spil in het verhaal.” Voor elk bedrijf zal de gemiddelde activiteit van de dieren op een ander niveau liggen. De attenties zijn dus bedrijfsgebonden.

Prijs

Het gaat hier vooralsnog om een test en Fullwood weet nog niet wanneer ze de stappentellers zal introduceren. Het Israëlische ENGS verwacht dat de prijs voor een stappenteller met pootband voor de geitenhouder neer zal komen op 45-50 euro.

Meer stappentellers ingezet

Ook Geiterij test op dit moment de Israëlische stappentellers op vier bedrijven. Marcel van Bijsterveldt van Geiterij vertelt: “Het ziet er veelbelovend uit. Stappentellers bij geiten werken, nu willen we er zelf wat gevoel bij krijgen, zodat we straks goede begeleiding kunnen bieden.”

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilma Wolters
Wilma groeide op tussen koeien en paarden, en vond dat geweldig. Ze volgde de Hogere Agrarische School in Dronten, studeerde nog 2 jaar aan de...
Meer over:
Management
Deel dit bericht: Facebook Twitter WhatsApp LinkedIn

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief