Gezondheid | Magazine | Premium

Contagious caprine pleuropneumonia (CCPP)

In de nieuwe Europese diergezondheidsverordening is Contagious caprine pleuropneumonia (CCPP) opgenomen als aangifteplichtige dierziekte. CCPP komt niet in Europa voor en is voor de Nederlandse geitenhouder hoogstwaarschijnlijk een onbekende ziekte.

Sinds 21 april 2021 is de nieuwe Europese diergezondheidsverordening (Animal Health Regulation, AHR) in werking getreden. Hierin zijn regels opgenomen die van belang zijn om uitbraken van dierziekten te voorkomen en verspreiding zoveel mogelijk te beperken. Voor het eerst is hierin nu CCPP opgenomen als aangifteplichtige dierziekte.

Zeer besmettelijk

CCPP is een van de meest dodelijke aandoeningen die wereldwijd bij geiten voorkomen. De aandoening kenmerkt zich door een zeer ernstig en besmettelijk ziekteverloop. In gevoelige koppels kan het sterftepercentage oplopen tot wel 80 en soms 100 procent, en de ziekte is daarmee in veel landen verantwoordelijk voor grote economische verliezen. Niet alleen geiten, maar ook andere herkauwers, zoals schapen en wilde herkauwers, zijn vatbaar voor deze aandoening. Ondanks de besmettelijke aard, komt de aandoening niet voor in Europa. De aandoening CCPP is geen zoönose.

Verspreiding van CCPP vindt voornamelijk plaats via direct contact.

De ziekte ontleent zijn naam aan het ontstaan van een zeer acute longontsteking, veroorzaakt door de bacterie Mycoplasma capricolum subsp. capricolum (Mccp) . De aandoening is als eerste beschreven in Algarije in 1873. Het werd toen omschreven als ‘bou frida’, wat duidt op aantasting van één longhelft. Bij pathologisch onderzoek is dit dan ook een typisch beeld dat bij aan CCPP gestorven dieren wordt gezien. Evenals ontstekingen aan de borstvliezen en overmatig stro-kleurachtig vocht in de borstholte. CCPP is nauw verwant aan de contagious bovine pleuropneumonia (CBPP) die bij runderen ziekte veroorzaakt. Dit is eveneens een aangifteplichtige dierziekte die eerder al is opgenomen in de Nederlandse wetgeving omtrent dierziekten.

De belangrijkste infectieroute van CCPP is middels direct contact; verspreiding vindt plaats over slechts korte afstanden. Geïnfecteerde dieren scheiden de bacterie uit via aerosolen, afkomstig uit de diepere luchtwegen, die hun weg vinden via de bek en neus. Buiten het dier is CCPP zeer onstabiel en weet in gematigde klimaten, afhankelijk van de hoeveelheid zonlicht, tot maximaal 2 weken in de omgeving te overleven. Introductie van een geïnfecteerd dier in de koppel wordt dan ook als belangrijkste risicofactor voor CCPP gezien.

Een eenzijdig aangetaste long; typisch voor CCPP. Foto: Mohamed Tharwat, Fahd Al-Sobayil, BMC Veterinary Research (2017) 13:263 (https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/)
Stro-kleurig vocht en ontstekingen in de borstholte zijn ook gevolgen van CCPP. Foto: Mohamed Tharwat, Fahd Al-Sobayil, BMC Veterinary Research (2017) 13:263 (https://creativecommons.org/licenses/by/4.0/)

Razendsnel verloop

Na infectie kan het ziektebeeld razendsnel verlopen. Geïnfecteerde dieren kunnen binnen enkele dagen sterven, waardoor doorgaans bij een groot deel van de dieren vrijwel geen verschijnselen worden waargenomen. Een deel van de dieren, waarbij het ziektebeeld langzamer verloopt, krijgt 6 tot 10 dagen na infectie de eerste verschijnselen. Dit zal in eerste instantie gepaard gaan met zeer hoge koorts (41-43°C), zwakte en niet willen eten. Vervolgens wordt heftig hoesten waargenomen met bemoeilijkte ademhaling. In het laatste stadium van de ziekte kunnen de dieren niet meer staan, hebben een gestrekte nek, speekselen overmatig en vertonen neusuitvloeiing, waarna dieren op korte termijn sterven. Naast een acuut ziektebeeld kunnen dieren ook chronisch geïnfecteerd raken. Deze dieren vertonen in mindere mate hoesten, neusuitvloeiing en zwakte. Hoe lang deze dieren na infectie besmettelijk zijn voor de omgeving is niet bekend. Dragerschap van CCPP wordt zeer waarschijnlijk geacht en heeft mogelijk een belangrijke rol in de verspreiding van deze aandoening.

Aanwezigheid CCPP wereldwijd

CCPP wordt op dit moment gezien in landen binnen Afrika en Azië. Eerder werd CCPP ook in Griekenland, Servië en Turkije gevonden. De laatste uitbraak in Europa werd in 2009 gemeld. De aandoening lijkt wereldwijd beperkt aanwezig, maar dit kan heel goed een onderwaardering zijn van de werkelijkheid. Het isoleren van de bacterie is lastig en in veel landen is niet altijd geschikte diagnostiek voorhanden. Monitoring is soms beperkt aanwezig. Tevens kan CCPP gemakkelijk verward worden met de aandoening pest bij kleine herkauwers (peste des petits ruminants), waardoor een foutieve diagnose gemakkelijk op basis van klinisch beeld gesteld kan worden.

Prevalentiestudies beperken zich tot de continenten Afrika, Azië en Zuidoost-Europa. Uit deze studies blijkt dat in enkele landen binnen deze continenten CCPP aanwezig is, of is geweest. Op basis van zowel antistoffen als aantonen van de bacterie zelf zijn deze prevalenties bepaald. Daarbij is er geen verschil in leeftijd, geslacht en type kleine herkauwer gevonden. De prevalentie van CCPP onder geiten varieert van 3,70 tot 51,65 procent.

Effectieve maatregelen

Er bestaan geen bestrijdingsprogramma’s voor CCPP. Wel zijn er effectieve maatregelen bekend in de bestrijding van de aandoening in endemische gebieden. Daarbij moeten er zowel preventieve als bestrijdingsmaatregelen worden getroffen. (Verdere) insleep is te voorkomen door dieren in quarantaine te plaatsen en te testen op CCPP. Vervolgens worden geïnfecteerde dieren opgespoord met diagnostiek en afgevoerd. Desinfecteren zorgt ervoor dat de ruimte en de materialen geen gezonde dieren besmet. Vaccinatie is zeer effectief gebleken in de verspreiding van CCPP in endemische gebieden. Vaccinatie tegen CCPP is in Nederland niet toegestaan. Toepassen van antibiotica in een vroegtijdig stadium van de aandoening leidt tot minder ernstige ziektegevallen en sterfte. Het volledig bestrijden van de bacterie in het dier door antibiotica toe te passen lijkt niet effectief. Hierdoor kan dragerschap worden geïnduceerd.

Moeten we ons zorgen maken?

Binnen Europa is CCPP onder andere in Turkije in de Thracië-regio aanwezig geweest. Deze regio is verbonden met meerdere Europese landen en vormt daarmee een risico voor verspreiding van CCPP naar andere Europese landen. Op dit moment zijn er geen meldingen van CCPP-uitbraken in Turkije. Desondanks wordt aangegeven dat monitoring niet in alle landen wordt uitgevoerd, of dat beperkte laboratoriumfaciliteiten aanwezig zijn om deze aan te tonen. Dit geldt ook voor Europese landen die grenzen aan de Thracië-regio.

Eerder is genoemd dat verspreiding voornamelijk via direct contact met een geïnfecteerd dier plaatsvindt. Het importeren van levende kleine herkauwers van buiten Europa of Zuidoost-Europese landen naar Nederland vindt vrijwel niet plaats, dus de kans op introductie van CCPP in de Nederlandse geitenhouderij wordt klein geacht. Het is wel te veronderstellen dat introductie van een dusdanige aandoening in Europa ernstige gevolgen kan hebben. Monitoren van deze aandoening is dan ook noodzakelijk. De EU-verordening zal hieraan bijdragen.

Dierziekten en de EU verordening

Meer informatie over de wetgeving rondom dierziekten en de EU-verordening kunt u vinden op deze site van de NVWA:
www.nvwa.nl/onderwerpen/dierziekten/lijst-aangifteplichtige-dierziekten

Aanwezigheid van CCPP wereldwijd in 2021. In rood de landen/gebieden waar CCPP is aangetoond. Bron: OIE-WAHIS, 2021.

Tekst: Nienke Snijders – van de Burgwal en Eveline Dijkstra (Royal GD)

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief