Achtergrond | Magazine | Premium

Meet deze bolus straks gezondheid en productie?

Bolucap, de digitale pensbolus voor het monitoren van de gezondheid van geiten, is klaar om verder in de praktijk getest te worden. De proeven met simulatie­modellen van geiten in het laboratorium zijn goed verlopen en ook de eerste bolussen in levende geiten laten zien dat ze werken.

Een consortium van verschillende Vlaamse partijen, waaronder de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent, adviesbureau Wim Govaerts & co, een bedrijf dat de bolus gemaakt heeft en een bedrijf dat sensoren verkoopt, was de afgelopen twee jaar bezig met het ontwikkelen van de pensbolus met sensoren en het testen ervan. Doel van de bolus is om de gezondheid van de geiten te monitoren en waar nodig daar adviezen over te geven. Het ultieme streven is dat voorkomen kan worden dat geiten ziek worden.

De behuizing van de bolus kan tegen het milieu in de pens, is niet te groot zodat de geit er geen hinder van heeft, maar ook niet te klein waardoor de bolus zich zou kunnen verplaatsen.

De bolus wordt op volwassen leeftijd in de geit gebracht en nestelt zich dan in de netmaag. Daar kan het op dit moment penswerking, staan, liggen, dierbeweging, drinkgedrag en temperatuur meten. Deze informatie wordt draadloos gestuurd naar een basisstation – een ontvangstkastje dat in de stal hangt – en van daaruit komt het op een dashboard terecht. “In de ideale situatie zou vervolgens de geitenhouder moeten kunnen voorkomen dat de geiten in een verkeerde metabole status terechtkomen en zodoende vermijden dat dieren ziek worden”, vertelt Wim Govaerts.

De bolus is niet te groot zodat de geit er geen hinder van heeft, maar ook niet te klein om verplaatsen te voorkomen.
Foto: Wilma Wolters

Productie voorspellen

Jef Kusters, geitenhouder in Weelde (B), probeerde de bolus uit bij dertig van zijn melkgevende geiten. Hij ziet de bolus vooral als een verzekering. “Het is voor mij belangrijk om de bolus als hulpmiddel en ondersteuning te hebben, om mij te waarschuwen dat er iets met een geit aan de hand is, nog voordat ik het zelf zie.”

Onder laboratoriumomstandigheden stelde het consortium vast dat bronstmonitoring tot de mogelijkheden behoort, maar dat moet onder stalomstandigheden nog verder vorm krijgen. Daarbij vormen koppeling met selectiemogelijkheden van de dieren nog een uitdaging. Verder zal over de data die de sensoren doorgeven en welke attenties gegenereerd worden, nog verder worden nagedacht. Govaerts: “Hetgeen we in de stalomgeving vaststellen, is soms nog net iets anders dan hetgeen we onder de labomstandigheden vaststelden, en zo vraagt het nog extra dataverzameling om op basis van deze waarnemingen het algoritme verder te trainen voor praktijkgebruik.” Verder zijn er nog technische aanpassingen nodig. Het team werkt aan het in lagere frequentie en kleinere pakketjes doorsturen van verwerkte data, zodat de levensduur van de batterij verlengd kan worden en deze meer richting de levensduur van de geit gaat.

Govaerts wil dus graag nog een paar jaar op een aantal bedrijven proeven doen om de bolus praktijkrijper te maken. “Specifiek ook om de werking van de bolus op koppelniveau beter in beeld te krijgen, en om de weersvoorspelling mee te nemen in de data die de bolus in de pens verzamelt. Dat geeft bijvoorbeeld info over wanneer je een pensbuffer moet toevoegen aan het rantsoen om hittestress te voorkomen. Dan hebben we het meer over een storingsinstrument; voordat het klinisch wordt, moeten er al signalen komen.” Wellicht hoeft niet elke geit een sensor te krijgen. Een paar dieren in het koppel met een bolus zou wat kunnen zeggen over de metabole status van een groep dieren.


Proeven nodig om praktijkrijp te maken


Verwachtingen bolus

Een van de functionaliteiten die Govaerts van het systeem verwacht is het voorspellen van de melkproductie van de geit. “Het drinkgedrag van een geit is gelinkt aan de melkproductie. Via de bolus weten we dat drinkgedrag. Als we daar dan ook het rantsoen aan koppelen en wellicht wat andere factoren, dan denk ik dat de bolus de productie kan gaan voorspellen.”

Er zijn nog veel meer gevallen waarbij de Bolucap-bolus mogelijk zijn diensten kan bewijzen. Govaerts ziet het als een tool die kennis en vakmanschap digitaliseert, en daarmee de productiviteit zo hoog mogelijk kan houden. Mits de bolus in de praktijk verder getest wordt, ziet hij het als mogelijke oplossing in de volgende situaties:

  • het oog van de meester automatiseren waardoor personeel minder noodzakelijk is;
  • de voerwinst maximaliseren en de productie hoog houden onder de beperkende maatregelen rondom bijvoorbeeld stikstof;
  • het meten van de activiteit en de metabole toestand van duurmelkers zodat ze niet vervetten;
  • ziektes eerder zien en dan kunnen behandelen.

De bolus zou economische verliezen kunnen voorkomen. “Het is heel aannemelijk dat een storing op het vlak van gezondheid in de geitenstapel aanleiding kan zijn voor 100 liter melk per geit per jaar minder. Voor een bedrijf met 1.000 melkgeiten en bij een melkprijs van 70 cent per liter kan dat een verlies betekenen van 70.000 euro”, aldus Govaerts.

Besparingen mogelijk

Wim Govaerts rekende voor een goed draaiend en een wat minder goed presterend bedrijf uit dat de bolus tot een rendementsverbetering kan leiden. De bolus heeft een effect op voedingsgerelateerde zaken en op gezondheidsproblemen, voor beide maakte Govaerts een berekening van de extra opbrengsten of besparingen. In zijn berekening zou een geit op het eerste bedrijf 45,96 euro aan melk meer produceren in een jaar als zij een bolus krijgt. Een geit op het tweede bedrijf zou aan melk 62,90 euro meer produceren met een bolus. Voor beide bedrijven geldt dat de vervangingskosten per geit met 6,14 euro per jaar dalen en de voerkosten met 11,68 euro per jaar, als de geiten voorzien zouden zijn van een bolus.

Op bedrijf 1 kan op de kosten voor behandeling van enkele gezondheidsproblemen 73,36 euro per geit per jaar bespaard worden en op bedrijf 2 zelfs 122,37 euro. In totaal betekent het dat een bolus op het eerste bedrijf per geit per jaar 137 euro kan besparen, en op het tweede bedrijf 204 euro. Govaerts concludeert: “Een besparing van 70 euro per geit per jaar acht ik vlot haalbaar, als er een opbrengststijging van 100 liter gerealiseerd wordt met de bolus.”

De batterij in de bolus is nu nog niet oplaadbaar, daar wordt nog naar gekeken. De prijs van de Bolucap-bolus is nog niet vastgesteld.

Lees online meer over het bolucap-project: https://www.imec-int.com/en/what-we-offer/research-portfolio/bolucap.

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilma Wolters
Wilma groeide op tussen koeien en paarden, en vond dat geweldig. Ze volgde de Hogere Agrarische School in Dronten, studeerde nog 2 jaar aan de...
Meer over:
Achtergrond
Deel dit bericht: Facebook Twitter WhatsApp LinkedIn

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief