Gezondheid | Magazine | Premium

Chlamydia abortus: een kiem om rekening mee te houden

Chlamydiose is een van de belangrijkste vormen van besmettelijke abortus bij geiten. Het belang van het stellen van een diagnose is groot, zodat er passende maatregelen kunnen worden genomen.

Jaarlijks krijgt de Veekijker vragen over abortus op (melk)geitenbedrijven. De oorzaken van abortus zijn breed gevarieerd, besmettelijk en niet-besmettelijk, en met het blote oog niet van elkaar te onderscheiden. In veel gevallen van abortus wordt dit veroorzaakt door een niet-besmettelijke oorzaak. Maar in zeker de helft van de gevallen is er wel sprake van een besmettelijke oorzaak, zoals bij Chlamydiose het geval is.

Hoge prevalentie

Chlamydiose of enzoötische abortus wordt veroorzaakt door de bacterie Chlamydia abortus, in Noordwest-Europa een van de belangrijkste oorzaken van besmettelijke abortus. C. abortus veroorzaakt een ontsteking van de placenta. Abortus door C. abortus treedt meestal in de laatste weken van de dracht op. Ook in Nederland is C. abortus een van de belangrijkste besmettelijke oorzaken van abortus op zowel kleinschalige als professionele bedrijven. Een prevalentie-onderzoek naar het voorkomen van C. abortus onder Nederlandse schapen- en geitenbedrijven in 2011 wees op een prevalentie van 3,0 procent onder niet-melkgeitenbedrijven en 44,8 procent onder melkleverende geitenbedrijven. Prevalentiecijfers over het huidige voorkomen van chlamydiose zijn niet bekend. Wel is C. abortus een van de meest gevonden infectieuze oorzaken bij onderzoek naar abortus onder (melk)geiten in Nederland.

Uitslagen van pathologisch onderzoek op bij GD ingestuurde verwerpers van schapen en geiten in Nederland in het voorjaar van 2023. Bron: GD

Diagnostiek van abortus

Het onderscheid tussen oorzaken van abortus is enkel te maken door middel van aanvullend onderzoek. Pathologisch onderzoek van de placenta en verworpen vrucht is het meest volledige onderzoek waarbij verwekkers kunnen worden opgespoord middels een bacteriekweek, PCR of door het weefsel microscopisch te bekijken. Over de voordelen van pathologisch onderzoek bij verwerpers heeft GD een podcast opgenomen die te beluisteren is op www.gddiergezondheid.nl/podcasts. Alternatieve onderzoeksmethoden zijn het nemen van een diepe keelswab bij de verworpen vrucht, vaginaal­swabs van aborterende moederdieren en het aantonen van antilichamen bij moederdieren. Middels vaginaalswabs kan getest worden op aanwezigheid van Chlamydia spp. Het is enkel zinvol om deze swab af te nemen binnen enkele dagen na abortus of aflammeren. Bloedonderzoek voor het testen op antilichamen is niet geschikt voor het vaststellen van acute infecties. De beste periode voor onderzoek van moederdieren is binnen drie weken tot drie maanden na verwerpen of aflammeren.

Verspreiding van C. abortus

Introductie van C. abortus verloopt hoofdzakelijk via de aankoop van vrouwelijk fokmateriaal. De rol van de bok is in de verspreiding van chlamydiose tussen bedrijven heel gering. Hoe een abortusuitbraak na introductie op een bedrijf verloopt, hangt af van het tijdstip waarop de infectie wordt geïntroduceerd en het bedrijfsmanagement. Als introductie plaatsvindt in een zodanig vroeg stadium van de dracht dat het eerste aborterende dier de drachtige koppelgenoten nog kan besmetten met abortus als gevolg, kan er sprake zijn van een abortusstorm waarbij meer dan 50 procent van de dieren aborteert. In het eerste jaar van infectie kan abortus optreden bij dieren van alle leeftijden. In de jaren daarna treedt een stabilisatie van de problemen op en vindt op termijn bijna alleen abortus plaats bij dieren die voor de eerste keer aflammeren en bij aangekochte dieren. Uitscheiding van de verwekker vindt plaats met de geboorte van de vrucht en met vaginale uitvloeiing. Geïnfecteerde geiten kunnen tijdens de bronst mogelijk C. abortus uitscheiden. Het is niet bekend hoelang dit het geval blijft. Dieren die verwerpen door C. abortus zijn doorgaans niet ziek en kunnen afhankelijk van het moment van aborteren gewoon aan de melk komen.

Belang van voorkomen van introductie is groot

Het bestrijden van chlamydiose op een bedrijf is daarom zeer complex. In het geval van een eerste introductie en uitbraak van C. abortus dienen drachtige dieren vanaf dag honderd van de dracht met langwerkende antibiotica behandeld te worden om verdere abortusproblematiek te beperken. Het inzetten van antibiotica op deze wijze past niet in de huidige tijdsgeest en de aandacht ligt daarom voor ‘vrije’ bedrijven vooral op de preventie: het voorkomen van insleep op het bedrijf. Een gesloten bedrijfsvoering en het goed informeren naar de diergezondheidsstatus van de verkopende partij. Quarantainemaatregelen zijn in algemene zin van belang wanneer dieren worden aangevoerd. Op besmette bedrijven is de aanpak gericht op schadebeperking door het aantal abortusgevallen zo laag mogelijk te houden. Vaccineren voorafgaand aan de dracht behoort tot een van de mogelijkheden om abortus te beperken. Het advies is om enkel te vaccineren nadat C. abortus is aangetoond.

Zoönotisch risico

Daarnaast is het belangrijk dat besmette bedrijven maatregelen nemen om het risico op ziekte bij de mens te beperken. Aanwezigheid van C. abortus op een bedrijf is een risico voor zwangere vrouwen. Zij dienen direct en indirect contact met verwerpende dieren te vermijden. Infectie van een zwangere vrouw kan namelijk leiden tot verlies van de vrucht en ernstig ziek zijn. Incidenteel worden ook luchtwegproblemen vastgesteld bij mensen ten gevolge van Chlamydia spp. Mensen die assistentie verlenen bij de geboorte van een lam op een bedrijf met abortusproblemen, doen er goed aan om nadien de handen goed te wassen en te ontsmetten.

Potentieel risico

Jaarlijks onderzoekt GD honderd tot honderdvijftig geaborteerde of doodgeboren lammeren middels pathologisch onderzoek. Naast C. abortus zijn Listeria spp., Campylobacter spp., Yersinia spp. en Toxoplasma gondii belangrijke verwekkers van abortus bij geiten in Nederland. Al deze abortusverwekkers zijn ook zoönosen en daarmee een potentieel risico voor veehouders, familie, erfbetreders en soms zelfs de omgeving. Het monitoren van abortus op het bedrijf is belangrijk. Een afwijkend aantal abortussen op een bedrijf is meldingsplichtig bij de NVWA.

Tekst: Eveline Dijkstra en René van den Brom, GD

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief