Algemeen

Boer on Tour bezoekt geitenbedrijf en veevoerfabriek

Het is alweer de derde en tevens laatste dag van Boer on Tour Frankrijk met een bezoek aan een prachtig geitenbedrijf in de plaats Niort en in de namiddag een rondleiding op het veevoederbedrijf Alicoop in Pamproux.
Stadsuitbreiding een probleem
Het geitenbedrijf Petit Chaveux in de plaats Niort is een voorbeeld van een goed geleid en mooi geitenbedrijf. De ligging op een heuvel is werkelijk fantastisch en het bedrijf zelf oogt enorm netjes en goed onderhouden. De geitenhouder werkt samen met vijf andere participanten in een coöperatie van landbouwers. Samen hebben ze 380 ha land, waarvan 220 uit granen bestaat en melken ze 700 geiten. Vijftig stuks melkvee van het Normandische ras en 40 Partenais zoogkoeien completeren het volledige bedrijf. Vijftig procent van het totale rendement van deze coöperatie komt uit het geitendeel. Hoofdprobleem van dit bedrijf is de enorme stadsuitbreiding van Niort. Dat betekent dat het areaal eigen land in de verdrukking komt en op grotere afstand en tegen hogere huurprijzen alternatieven worden gevonden voor dit ‘opslokeffect ’van de stad.
KI werkt
De 700 Alpine geiten leveren een quotum van 650.000 kg melk.  De geitenhouder merkt op dat de geiten goed produceren: 1000 kg melk met 3,9 vet en 3,7 eiwit. In 2010 werd zelfs 26.000 kg melk boven het quotum geleverd wat hem een boete opleverde van maar liefst 13.000 euro. Gelukkig is de huidige melkprijs van  54 cent nog goed. Deze prijs was lange tijd zelfs 60 cent maar omdat de supermarktinkopers wisten dat er veel voorraden geitenkaas lagen wisten ze hun inkoopprijs behoorlijk te drukken. Bij 70 procent van de geiten wordt KI toegepast en daaruit resulteert circa 55 à 60 procent dracht. Hier wordt de KI bewust ingezet om de kudde genetisch te verbeteren.
Voeding en celgetal
Zo’n 70 procent van het geitenvoer wordt zelf verbouwd. En er wordt geen gebruik gemaakt van genetisch gemanipuleerde rassen. Dat zijn twee van de eisen die de melkfabriek hen oplegt om melk te mogen leveren. Het basisrantsoen bestaat uit luzernehooi en grote geperste graanbrokken met pulp vermengd.
Gemolken wordt in een 36-stands melkcarrousel. In 1,5 uur per melkbeurt zijn de geiten ‘erdoor’. Het gebruik van een automatisch opdrijfhek in de stal maakt het volgens de geitenhouder mogelijk alleen te melken, zonder hulp. Hij heeft een tijd in twee groepen gemolken: een hoog- en een laag-celgetal groep. Dat vanwege de strafkorting op hoge celgetallen. Maar deze splitsing in twee groepen op basis van het celgetal is al snel verlaten omdat met name het voeren van deze twee groepen afzonderlijk op problemen stuitte. Een hoog celgetal betekent namelijk niet dat een geit weinig melk geeft en omgekeerd. Op dit moment melkt hij in twee productiegroepen en wordt gekeken of een derde groep, eerstejaars-geiten, erbij kan. Hij wil deze extra groep dieren minder krachtvoer verstrekken waardoor ze weliswaar minder melk geven maar daardoor later beter drachtig te krijgen zijn.
Tot 1,2 miljoen is het celgetal goed volgens de fabriek. Dat getal wordt verkregen als een maandgemiddelde gebaseerd op drie melkanalyses. Het celgetal is op dit bedrijf van tijd tot tijd een zorgenkindje. Daarom zijn diverse acties ondernomen om het getal te verlagen. Zo worden alle geiten in de hoogste klasse van het celgetal, ongeveer 70 procent van de veestapel, drooggezet met antibioticumpreparaten.
Diergezondheid
De geiten in de stal ogen gezond. Ze zijn vrij van CAE. Voor para-tbc en Pasteurella wordt gevaccineerd. Alle dieren krijgen een para-tbc enting en de lammeren worden tweemaal geënt met een commercieel Pasteurella vaccin.
Diverse reisgenoten valt het op dat de geiten zo mooi zijn onthoornd: geen stompen die terugkomen. Hier wordt tussen 10 en 13 dagen leeftijd elektrisch onthoornd: kort en erg heet, aldus de geitenhouder.” De pit wordt in zijn geheel verwijderd.”

Alicoop bediend 20 procent van de regio

Veevoercoöperatie Alicoop, gesticht in 1988,  staat voor de namiddag op het programma. We worden door de directie rondgeleid in twee groepjes. Ze produceren jaarlijks 350.000 ton mengvoer waarvan 50 procent naar de herkauwers gaat, 25 procent naar de varkens en de rest naar gevogelte en diverse kleine diersoorten als konijnen en eenden. Slechts 5 procent van de productie gaat als zakgoed weg en de rest in bulkvorm. Dertig adviseurs ‘op de weg’ begeleiden het voer op de boerderijen. Met een marktaandeel van 20 procent in deze streek zijn ze een kleine en zeer actieve aanbieder van mengvoer.
24/7
Zeven productielijnen stampen 24 uur per dag, 7 dagen in de week met gebruikmaking van 3 werkshifts. Twee operators volgen in de met veel PC schermen ‘behangen’ kamer alle processen in de fabriek. De ene operator is verantwoordelijk voor het grondstoffen- en doseerproces terwijl de andere het maal- en mengproces volgt. De fabriek is in staat binnen 48 uur na een klantenorder te leveren.
Kwaliteit
De fabriek produceert naar de Europese standaarden en kwaliteitsnormen voor deze industrie. In een grote ruimte boven de fabriek hangen honderden kleine plastic zakjes, ieder gevuld met zo’n 100 gram mengvoer. “Dit zijn kleine hoeveelheden van iedere charge die we aan een klant leveren. We zijn verplicht die zes maanden te bewaren zodat een recall actie mogelijk is. Monsters van ieder van onze grondstoffen worden 1 maand bewaard bij ons.”
In de fabriek ontstaat nog even de discussie over de voordelen van het produceren in Frankrijk ten opzichte van Nederland. De Fransen hebben veel granen ‘om de hoek’, waardoor die aankopen goedkoper kunnen dan bij ons. De eiwitbronnen als soja komen echter, net als bij ons, uit den verre. Wij hebben dan het voordeel van onze havens en bij deze fabriek worden alle grondstoffen – per as – aangevoerd. Uiteindelijk zijn de kostprijzen daarom redelijk vergelijkbaar.
En dan natuurlijk de belangrijke vraag wat we meenemen naar ons eigen geitenbedrijf vanuit het Mekka der Geiten, Frankrijk. Een gemengd antwoord hoor ik: de een zegt dat hij werk gaat maken van de aanschaf van een voerrobot, de ander wil meer weten over de grote luzernebrokken en een derde krijgt meer en meer interesse in een carrousel-melkstal. Iedereen van het reisgezelschap heeft wel een onderwerp of een aanpak gehoord en gezien die hij wil toetsen aan zijn eigen geitenbedrijf. Dat is heel mooi. Maar dan nog de vraag of we van die Fransen kunnen leren? Wij (Nederlanders en Belgen) hebben jaren geleden immers het geitenhouden geleerd van die Fransen. Zij waren al veel eerder dan wij begonnen met professioneel geitenmelken. We zien dat ze anders voeren: veel voer komt vanuit de nabije regio en luzerne, geperste graanblokken en prachtig stro vormen de basis. We kwamen veel lange stallen tegen, tot wel 140 meter. Simpel tweerijig met een brede voergang ertussen. Als je wilt uitbreiden maak je een kopie van deze stal en bouwt hem ernaast en er tegenaan. De hogere melkprijs in Frankrijk is werkelijk een plus, en we kijken met enige jalousie ernaar. En veel carrousel melkstallen die bij ons nog lang niet zo vaak voorkomen als hier in Frankrijk. Sommigen zullen denken dat wij, Hollandse en Belgische leerlingen , inmiddels de Meester (Franse geitenhouder) hebben overtroffen. Maar als je echt goed kijkt naar de Franse geitenbedrijven, de cultuur van de mensen en de wijze van de verzorging van de geiten denken anderen juist dat we achter zijn bij hen. Wie het echt weet mag het zeggen.
Frank de Vries,  landbouwjournalist

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief