Magazine | Management | Premium

‘Elke zuivelaar heeft zijn rol in de markt’

Frans Elshoff was dertien jaar lang voorzitter van CBM. In maart nam hij afscheid. Hij weet dat er een sterke zuivelsector staat, maar hij ziet ook enkele bedreigingen boven de geitenhouderij hangen.

Waarom werd je in 2007 voorzitter van CBM?

“Afzet van je product is verschrikkelijk belangrijk. De zekerheden van goed geregelde afzet – dat je melk altijd wordt opgehaald en dat je altijd melkgeld krijgt – zijn cruciaal voor je bedrijf. Daarvoor is samenwerken belangrijk, en dus wilde ik aansluiten bij een coöperatie. Ik vind het belangrijk dat de marges goed worden verdeeld.”

Wat is jouw grootste verdienste geweest voor CBM?

“Ik ben geen geboren voorzitter. Ik ben een gepassioneerd geitenhouder; ik heb passie voor geiten en liefde voor het vak. Over voor zitter zijn heb ik veel moeten leren, bijvoorbeeld dat je een discussie terugbrengt naar waar het over gaat; waar moeten we een oplossing voor hebben. Toen ik startte heb ik het handen schudden geïntroduceerd: vóór de vergadering en na de vergadering schudden we elkaar de hand. Leden noemen me misschien mild, maar in die twaalf jaar is nooit iemand met een kwade kop weggelopen. Ik heb het team bij elkaar weten te houden en wilde het grote goed behoeden en het belang dat we samen dienen. Verder heb ik samenwerken hoog in het vaandel staan. Doordat we intensief zijn gaan samenwerken met FrieslandCampina, hadden wij alle zekerheden die ik zo net noemde in huis. Die samen werking was voor de hele sector van enorme waarde. Ook al zag niet iedereen dat zo.”

Hoe is de zuivelsector in die dertien jaar veranderd?

En hoe zijn geitenhouders veranderd? “De markt dicteert, en de zuivelaars zijn de poppetjes die hun werk goed moeten doen. De melkverwerkers en inzamelaars zijn de afgelopen jaren veel vakkundiger geworden en hebben geïnvesteerd in marktontwikkeling. Iedere partij heeft zijn eigen afzet gecreëerd en zodoende een eigen rol in de markt, maar men is ook steeds meer bereid om samen te werken. Waren de verschillende partijen vroeger vaak concurrent van elkaar, tegen woordig werken de melkverwerkers en inzamelaars samen waar het kan. De oprichting van de NGZO, de brancheorganisatie voor de in Nederland gevestigde inzamelaars en verwerkers van geitenmelk, is daar het beste voorbeeld van. Deze ontwikkeling straalt professionaliteit uit en zorgt voor rust onder geitenhouders. Geitenhouders zijn meer ondernemers geworden. Mede doordat er de afgelopen jaren goed is verdiend en bedrijven zijn geüpdatet, en nu ook ingegeven door de stops, zullen geitenhouders het de komende tijd technisch beter gaan doen; meer bedrijven zullen meer melk gaan produceren. Wel denk ik dat er een mix blijft van gezinsbedrijven en grote bedrijven.”

Welke bedreigingen liggen er op de loer voor de geitensector?

“In de zuivel zie ik geen bedreigingen. Wel vind ik de maatschappelijke druk bedreigend. Vee houden gaat in Nederland niet vanzelf. De toekomstvisie van de sector en het duurzaamheidsdenken vind ik een voorwaarde om zuivelondernemer en geitenhouder te kunnen blijven. Daarmee laat je zien dat je als sector duurzaam bezig bent en dat je zelfs ambities durft te stellen door te zeggen op welke punten het beter moet. Je zult bereid moeten zijn om dergelijke ontwikkelingen door te voeren op je bedrijf. Binnen de coöperatie hebben we zo veel mogelijk geprobeerd tijdig in gesprek te gaan met onze leden en ze voor te bereiden op dit duurzaamheidsdenken. We proberen dit ook te faciliteren. Op hun beurt moeten leden dan ook tijdig gebruik maken van hun recht op inbreng, zodat bij de uiteindelijke besluitvorming iedereen zijn zegje heeft gedaan. Bijna honderd procent van de CBMleden neem deel aan het duurzaamheidsprogramma. Het heeft mijn voorkeur dat we met zijn allen een bepaald niveau van duurzaamheid halen. Ik vind niet dat we dat moeten gaan belonen met melkgeld. Verder zie ik het feit dat we op dit moment nog niet weten wat de onderzoeksresultaten en aanpak gaat worden van het VGO-onderzoek als een bedreiging voor de sector. Daarnaast zijn we nog steeds zoekende naar de beste oplossingen voor de bokjesproblematiek.”

Hoe ziet de geitenzuivelsector er over nog eens twaalf jaar uit?

“Dat vind ik lastig. Je weet niet welke ontwikkelingen er zullen komen. Misschien dat de zuivelaars en de geitenbedrijven meer integraal duurzaam zijn, zoals minister Schouten dat noemt. Volgens mij betekent duurzaamheid dat je toekomstbestendig bent op alle punten in je bedrijf, en dat je daarbij luistert naar wat de maatschappij van je vraagt. Alleen op die manier kun je continuïteit van je bedrijf borgen.”

Wat kan Martin Tuinte CBM brengen? Heb je tips voor hem?

“Hij zal een wat strakkere, misschien zakelijkere voorzitter zijn dan ik. Ik houd niet van ruzie en wil het voor iedereen goed doen. Ik hoop dat Martin voldoende geduld heeft. Luisteren naar de leden is belangrijk binnen een coöperatie.”

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilma Wolters
Wilma groeide op tussen koeien en paarden, en vond dat geweldig. Ze volgde de Hogere Agrarische School in Dronten, studeerde nog 2 jaar aan de...
Meer over:
Management
Deel dit bericht: Facebook Twitter WhatsApp LinkedIn

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief