Magazine | Management | Premium

Transitiemelk voor betere weerstand

Lammeren die transitiemelk verstrekt krijgen na de eerste biestgift, hebben minder last van diarree en worden in zijn algemeenheid gezonder bevonden. Dat concludeert Geiterij na onderzoek bij 102 lammeren in het voorjaar van 2022.

Transitiemelk is melk met een aandeel biest. Dit kan om zowel geitenmelk als kunstmelk gaan. Uit proeven bij kalveren is gebleken dat het langer aanbieden van biest door de kunstmelk, een positief effect heeft op de gezondheid. Marcel van Bijsterveldt van Geiterij: “Bij kalveren die transitiemelk kregen, lag het antibioticagebruik 20 procent lager. Hun darmvilli waren beter ontwikkeld waardoor ze meer weerstand hadden en meer voeding opnamen.” Geiterij wilde zien of ditzelfde geldt voor lammetjes die transitiemelk krijgen.

De proef werd uitgevoerd bij geitenhouders Jasper en Ilse de Hoon in Etten-Leur. Na de geboorte kregen de lammeren binnen 12 uur 15 procent van hun lichaamsgewicht aan biest. De biest bestond uit geitenbiest, opgewaardeerd met colostrumpoeder, Goat PEQ Colostrum, tot minimaal 23 brix. 51 lammeren (25 bokjes, 26 geitjes) kregen na de biestgift gedurende 3 weken transitiemelk, Goat PEQ Start Plus: een melkvervanger op basis van magere melkpoeder en colostrum. Daarna kregen deze lammeren tot 8 weken leeftijd dezelfde melkvervanger zonder colostrum, Goat PEQ Start. Ook 51 lammeren behoorden tot de controlegroep, die na de biest tot aan het speenmoment op 8 weken leeftijd Goat PEQ Start kregen.De melk werd koud en onbeperkt verstrekt, in speenemmers. In de laatste week voor het spenen werd de gift afgebouwd. Het viel Ilse de Hoon direct op: de gebruikte melkvervanger is heel smakelijk. “De lammeren dronken het direct heel goed, ze waren fel. Het was niet moeilijk om ze aan de speenemmer te krijgen.”

Minder diarree en ecthyma

De lammeren werden in de eerste twee weken intensief gescoord op gezondheid met behulp van een scorekaart. De lammeren die transitiemelk kregen werden gezonder bevonden dan de lammeren die normale kunstmelk kregen: 86 procent van de dieren uit die eerste groep werd gezond gescoord tegenover 69 procent uit de tweede groep.“Het grootste gezondheidsprobleem dit jaar bij de lammeren was gewrichtsontsteking”, aldus Jasper de Hoon. Uit de cijfers blijkt dat dit bij beide groepen lammeren evenveel voorkwam: bij zo’n 9 procent van de dieren. Het grootste verschil in gezondheid was te zien in de diarreegevallen. 24 procent van de lammeren uit de normale kunstmelkgroep kreeg last, terwijl dat in de transitiemelkgroep slechts 4 procent was. Hoewel het niet gescoord is, was duidelijk dat de transitiegroep veel minder ecthyma kreeg. De Hoon: “Die lammeren kregen lichte vlekjes, meer niet. Bij de controlegroep zaten de kopjes van de lammeren echt vol.” Volgens Van Bijsterveldt toont dit aan dat de transitiemelk dus echt wat doet voor de weerstand. “De groepen konden contact hebben met elkaar, dus dat de transitiegroep duidelijk minder last had van ecthyma en diarree zie ik als bewijs dat het verstrekken van colostrum na de biestgift zeker nog iets doet voor de weerstand van de jonge dieren.”Beide groepen lammeren zijn behandeld tegen gewrichtsontsteking en ecthyma. Verder heeft De Hoon in de lammerperiode eenmaal Draxin ingezet tegen pasteurella, terwijl hij in andere lammerperiodes de lammeren wel drie tot vier keer tegen pasteurella behandelde. Deze behandeling was met name nodig bij de lammeren in de controlegroep en minder noodzakelijk in de transitiegroep. Er is bij de lammeren in dit onderzoek geen coccidiose vastgesteld. De transitiegroep kreeg in totaal 50 individuele behandelingen met medicatie, de controlegroep 88.

Geen verschil in groei

Alle 102 lammeren zijn direct na geboorte gewogen, vervolgens eenmaal per week en in de laatste weken van de melkperiode eenmaal per twee weken. Het onderzoek toonde geen verschil aan in groei tussen beide groepen lammeren. Alle lammeren zaten vóór zeven maanden al op het dekgewicht van minimaal 35 kg, maar waren niet te vet. De Hoon zag wel dat de transitiegroep homogener groeide. “Die lammeren waren allemaal op hetzelfde moment op het speengewicht. De controlegroep had dieren die sneller op dat gewicht zaten, maar had ook lammeren die erg laat zwaar genoeg waren.”Als je de groeicijfers nader bekijkt, blijkt dat de controlegroep een hoger eindgewicht had, maar dat de transitiegroep procentueel harder was gegroeid. Geen van de lammeren heeft veel gewicht verloren tijdens de speendip. “De speendip was er nauwelijks”, constateert De Hoon.

Toegevoegde waarde

Geiterij wil de lammeren uit dit onderzoek verder volgen. Zo is Van Bijsterveldt benieuwd of de transitiegroep een hoger drachtresultaat zal halen en of hun productie hoger ligt.Jasper en Ilse de Hoon zijn overtuigd van de toegevoegde waarde van het colostrumpoeder. “Het belangrijkste voor lammeren vind ik gezondheid. Dat is de basis. Als de gezondheid er is, komt de groei vanzelf. En dan kun je op tijd spenen en op tijd dekken en komt ook die melkproductie wel. Geiten kunnen veel melk geven, maar de omstandigheden moeten dan wel in orde zijn. De opfok is daarin superbelangrijk.”

Jasper en Ilse de Hoon zien de toegevoegde waarde van colostrumpoeder bij lammeren, met name voor de gezondheid.
De lammeren zijn uitgegroeid tot mooie, gezonde dieren.
Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief