Achtergrond | Magazine | Premium | Voeren

Ruwvoerrobots; een overzicht – Vaker voeren in minder tijd

Er zijn verschillende robots te koop die ruwvoer kunnen verstrekken aan geiten. Geitenhouderij maakte een overzicht van technische kenmerken  en vroeg gebruikers naar hun ervaringen.

Na het melken is het voeren van de geiten de meest tijdrovende klus op een bedrijf. Een ruwvoerrobot zou het overgrote deel van dit werk van u kunnen overnemen. Dit overzicht toont negen robots die op geitenbedrijven kunnen worden ingezet. Het complete overzicht, inclusief gegevensschema, is te lezen in Vakblad Geitenhouderij 2023-1.

Groot capaciteitsverschil

Laten we eerst naar het meest zichtbare verschil kijken. De Feedr van Sieplo en de Vector van Lely zijn de kleinste robots in omvang. Deze twee en de Shuttle Eco van Wasserbauer en de Trioliet WB 2 300 accurobot zijn autonoom rijdend. Zij vinden hun weg door de stal en over het erf aan de hand van sensoren op de machine of magneten (Shuttle Eco) in de vloer. De Vector van Lely is voorzien van een batterij die oplaadt tijdens het laden van het voer; er is dus geen aparte laadtijd nodig. De Feedr van Sieplo is uitgevoerd met lithiumaccu’s. De Python Spreader van Strocon en EasyFeed (voorheen FeedRobot) van Kuhn/TKS Agri hangen aan een rail en hebben daarnaast een stroomrail in de stal nodig. Ook de distributiewagen ORW van DeLavals Optimat Standaard en Optimat Master wordt van stroom voorzien door een powerrail. De Flypit 2in1 wordt aangedreven door batterijen, elektrische aandrijving is een optie. De Triomatic van Trioliet rijdt op wielen over de voergang en krijgt zijn stroom via een accu of een rail. Daarnaast heeft deze fabrikant een versie die aan een rail hangt.

De grootte van een robot zegt echter niets over zijn capaciteit. De negen robots in dit overzicht variëren in maximaal aantal te voeren geiten van 600 tot 10.000, waarbij dit hoogste aantal is opgegeven voor de Optimat Master van DeLaval, een robot die met name gericht is op koeien en nog niet op Nederlandse geitenbedrijven werkt. Het opvolgende grootste aantal te voeren geiten is opgegeven voor een van de kleinere robots, de Feedr van Sieplo, een robot die speciaal voor de geitenhouderij is gebouwd. Jan Siebelink van Sieplo: “Met name doordat we snel laden en mengen tijdens het rijden, ligt de capaciteit hoog.” De verschillende fabrikanten plaatsen overigens de opmerking dat het maximale aantal afhankelijk is van onder andere het aantal groepen of potten, het rantsoen met het aantal ingrediënten en de stal-layout. In het overzicht staan drie robots die zowel ruwvoer kunnen verstrekken als stro verdelen aan dezelfde rail: de Flypit 2in1 van Wasserbauer, de Python Spreader van Strocon (kan ook via een extra rail) en de EasyFeed van Kuhn.

Wat voercapaciteit in kg per dag en aantal voerbeurten per dag betreft, geven de fabrikanten erg uiteenlopende cijfers op. Strocon geeft aan dat de Python Spreader een onbeperkt aantal keren kan voeren. Sjoerd Harbers van Strocon legt uit: “We kunnen de software eenvoudig aanpassen aan de wensen van de klant en daardoor tot een onbeperkt aantal gaan. Standaard gaat de software tot 20 starttijden.” Kuhn geeft 24 keer op, waarbij zij uitgaan van één voerbeurt per uur. “Als de afstanden en hoeveelheden het toelaten, is het mogelijk om er meer per uur te doen”, aldus Krist Roelants van P. Kriesels, die de robot levert. Lely heeft als doel om de geiten zo vaak als mogelijk te voeren, of op basis van ruwvoerbeschikbaarheid gemeten met de voerhoogtesensor, zegt Henk-Jan Aantjes, adviseur automatisch voeren bij Lely Center Bunschoten. Volgens hem ligt het optimum rond vijf voerbeurten per dag. Sieplo ziet in de praktijk vijf tot zes keer per dag voeren en even zo vaak aanschuiven. “Daarnaast passen sommige geitenhouders aparte brokrondes toe”, weet Siebelink.

De maximale voercapaciteit in kg per dag hangt logischerwijs af van onder andere rantsoen, aantal dieren en aantal voergroepen. De maxima die enkele fabrikanten ondanks dat toch opgeven, lopen uiteen van 8.400 kg voor de EasyFeed van Kuhn tot 45.000 kg voor DeLavals Optimat Master.

Vector van Lely, Python Spreader van Strocon, Feedr van Sieplo en EasyFeed van Kuhn kunnen krachtvoer zowel in een aparte voerronde verstrekken alsook gecombineerd met het ruwvoer. De EasyFeed wordt dan voorzien van één of meer containers voorop de machine. De Triomatic van Trioliet wordt in feite niet gebruikt voor het verstrekken van enkel krachtvoer. Homan: “Uitgangspunt is dat krachtvoer en bijproducten gemengd met ruwvoeders verstrekt worden.” DeLaval heeft de optie om de distributiewagen uit te rusten met een voorraad krachtvoer; in dat geval kunnen in de Optimat Standaard en de Optimat Master een aparte ronde voor krachtvoer geprogrammeerd worden. Ze kunnen tot vier krachtvoersoorten in de mixer mengen.

Waar de Shuttle Eco van Wasserbauer claimt 99 componenten te kunnen voeren, de Feedr van Sieplo bijna oneindig, de EasyFeed van Kuhn standaard zestien ruwvoersoorten en drie krachtvoersoorten waarbij een uitbreidingsunit extra krachtvoer en ook water of andere vloeibare componenten mogelijk maakt, de Optimat van DeLaval tot 11 andere motoren kan aansturen die brok of een bijproduct kunnen toevoegen en de Vector acht verschillende krachtvoersoorten, acht mineralen en ook vloeibare componenten zoals water, kan de Python Spreader van Strocon twee krachtvoersoorten verwerken waar meer een optie is. Theoretisch zijn de aantallen ruwvoer- en krachtvoersoorten die de Triomatic van Trioliet kan voeren, bijna oneindig. Martijn Homan, commercieel product manager van Triomatic: “Dit wordt bepaald door het aantal bunkers, de silo-besturingen en bijproductendoseerders. In de praktijk zien we vaak dat de installaties worden ingezet voor maximaal acht ruwvoersoorten. Krachtvoer- en mineralensilo’s kunnen tot ruim dertig stuks aangestuurd worden.” Jan Siebelink van Sieplo ziet dat er in de praktijk maximaal zo’n vijftien tot twintig verschillende componenten worden gevoerd.

Laden en snijden

De Python Spreader van Strocon en EasyFeed van Kuhn kunnen toe zonder een voerkeuken of voerbunkers, al is dat wel een mogelijkheid. De eerste kan met een verreiker geladen worden, vanuit een stationaire mixer of middels het Python Loading System dat balen direct en automatisch uit de voorraad haalt. “Die voorraad kan bijvoorbeeld wel tachtig balen opslaan”, aldus Harbers. “Pas na het plaatsen van de baal op de Spreader worden de touwen er automatisch afgehaald. Voer blijft dus vers en er is geen verlies in de voerkeuken.” De EasyFeed is handmatig te laden of via een losse mixer.

Lely Vector werkt met een voerkeuken ingedeeld in vakken waarin de verschillende soorten voer neergezet kunnen worden. Een grijper haalt het voer uit die vakken. Voor losgestorte producten kan ook een sleufsilo gebruikt worden. De Vector kan tussen 1.000 en 1.200 geiten voeren. Als dat niet toereikend is, kan er een tweede meng- en voerrobot (kuip) bijgezet worden om de capaciteit te verhogen naar ruim 2.000 geiten. In dat geval is er nog steeds maar één voerkeuken en één voergrijper nodig. Ook voor de Shuttle Eco van Wasserbauer en de Feedr van Sieplo is uitbreiding met een tweede robot op een vergelijkbare manier mogelijk. Flypit 2in1 kent verschillende mogelijkheden om te worden geladen, waaronder een bunker die ronde en vierkante balen eerst snijdt.

Zowel Sieplo als Trioliet, Wasserbauer en DeLaval hebben in eigen huis materiaal gemaakt dat zorgt voor het opslaan, laden en/of snijden van het voer. De strategie van Sieplo is om het voer van te voren te snijden in de snijbunkers. “Alleen dan kan voer goed gemengd worden”, zegt Jan Siebelink van Sieplo. “De grassnijbunkers snijden het voer tot zo’n 3 tot 4 centimeter middels twee walsen met messen en vaste tegenmessen. Doordat het systeem langzaam draait, wordt het voer wel goed gesneden maar niet vermoest; de structuur blijft behouden”, aldus Siebelink. ”Bovendien zijn de snijbunkers uitgevoerd met gladde aanvoerbanden in plaats van kettingen, zodat er geen restvoer achterblijft waarmee schimmelvorming voorkomen wordt.”

Trioliet biedt vier opties: aansturing van externe silo’s of aanvoerbodems (T10), een stationaire menger (T20), 10 of 18 m3 aanvoerbunkers (T30) of aanvoerbodems met een snijsysteem voor kuilvoerblokken of balen (T40).Wasserbauer heeft voorraadbunkers met een snijsysteem dat het voer tot 69 of 35 mm snijdt. De EasyFeed van Kuhn kan manueel gevuld worden, via bunkers of een stationaire mixer.

De Optimat Standaard van DeLaval is voorzien van een verticale stationaire menger in verschillende groottes. Deze mixer wordt eenmaal per dag gevuld en de distributiewagen voert dit gemengde rantsoen tot twaalf maal per dag uit. De Optimat Master werkt met buffertafels (bunkers) waaruit de menger gevuld wordt.

Mengen, wegen en voeren

De Shuttle Eco is voorzien van een verticale vijzel met vier snijbladen. Er is ook een verticale vijzel voor de Vector, deze heeft contramessen. In de Feedr zorgen twee verticale vijzels voor nauwkeurig mengen. Het weegsysteem weegt op grammen nauwkeurig, waardoor ook zaken als mineralen middels weging worden toegevoegd. Triomatic werkt ook met twee vijzels, de zogenoemde Twin Stream vijzels: symmetrische verticale vijzels met een groot vijzeloppervlak. “In de mengkuip zitten daarnaast asymmetrische driehoeken die het voer dwingen om ook in horizontale richting te worden gemengd”, aldus Homan. De Flypit2in1, EasyFeed en Strocon robots mengen het voer niet. Roelants van P. Kriesels: “Het voer in de EasyFeed wordt verdeeld zoals in een blokkendoseerwagen, dit zorgt voor een lichte menging.” Voor deze robots zou een goed gemengd rantsoen in een separate menger aangemaakt moeten worden. Zowel Kuhn als Strocon hebben losse mixers in het assortiment.

De robots van Sieplo, Trioliet, TKS/Kuhn en de Flypit 2in1 van Wasserbauer kunnen tweezijdig lossen. Behalve de Feedr van Sieplo en Vector van Lely werken alle robots met een afvoerband, op de Python Spreader is dat een optie. De Feedr heeft doseerschuiven, wat volgens de fabrikant in combinatie met het weegysteem dat doseert op gewicht, een secure en gelijkmatige dosering waarborgt.In de kuip van de Lely Vector zit een weegpen die weegt als de kuip geladen wordt. Trioliet en DeLaval werken met een vierpunts weegsysteem, waarbij de weegstaven tussen mengkuip en onderstel zijn aangebracht. Homan van Trioliet voegt toe: “Door de automatische en zelflerende navalcorrectie is nauwkeurig laden gegarandeerd.”De EasyFeed van Kuhn is voorzien van weegcellen die gebruikt worden bij zowel het laden als het uitverdelen. “Zo weet de software waar hij hoeveel heeft verdeeld en kan zich hierop aanpassen.”

De Vector en Shuttle Eco meten de hoogte van het voer voor het voerhek. Eerstgenoemde leert automatisch en de software leest wanneer er gemiddeld genomen de meeste voeropname is. Vervolgens kan de Vector een extra voerbeurt verzorgen op die momenten. Daarnaast kan deze robot op gezette tijden voeren. Shuttle Eco past aan de hand van de hoogte de voerhoeveelheid aan.

Uitgangspunt van DeLaval is om een zo homogeen mogelijke mix te maken en goed te snijden. “Dan blijft er zo min mogelijk restvoer over en is de efficiëntie van het rantsoen hoog,” legt Ludo Bruls van DeLaval uit.


Bunkers, voerkeuken, mengen maken systeem duurder


Investering

Een ruwvoerrobot is een prijzige investering. Wel is die soms met een paar jaar terug te verdienen. De prijsverschillen tussen de systemen die in dit overzicht zijn meegenomen, zijn groot. Die worden met name gemaakt door het wel of niet inclusief zijn van een voerkeuken of bunkers, en de mogelijkheid om het voer te mengen of niet.

De opgegeven vanaf prijs van 162.500 euro voor een Triomatic geldt voor één robot in combinatie met twee keer een T30 10 kuub bunker plus silobesturing en twee mineralendoseerders. De Feedr van Sieplo is verkrijgbaar vanaf 150.000 euro, dat is dan zonder bunkers. Voor de Python Spreader die 1.000 geiten voert én instrooit, ben je rond de 100.000 euro kwijt. Heb je veel meer geiten, dan komen daar kosten bij voor een extra rail en spanningsrail. De Lely Vector kost 140.000 euro, dat is voor een kuip (de meng- en voerrobot), een voergrijper inclusief rails, twee mineralendoseerders en de mogelijkheid tot het voeren van twee broksoorten.

De Optimat Standaard van DeLaval kent een vanaf prijs van 135.000 euro, dat is inclusief montage maar exclusief een rail. De Optimat Master varieert in vanaf prijs tussen 300 en 380.000 euro (inclusief montage, exclusief rail), afhankelijk van het aantal buffertafels. Met deze robot richt DeLaval zich op de grote bedrijven.

Komt eraan

Fabrikant GEA werkt op dit moment aan een accurobot. Daarmee komt er een einde aan het automatisch voersysteem van Müllerup, het Scandinavische systeem hangend aan een rail dat 35 jaar in het assortiment van GEA zat. De Dairy Feed F4500 vult zichzelf in de voerkeuken met bunkers met ruw- en krachtvoer en desgewenst water of andere vloeistoffen. Sensoren meten het volume van het voer.

Kuhn introduceert de Aura: een volledig automatisch voersysteem dat zelf het ruwvoer uit de (sleuf)silo’s haalt. Dit systeem maakt een voerkeuken dus overbodig. Volgens de fabrikant scheelt dat zowel kosten als arbeid.

TKS Agri zal in 2023 de eerste prototypes van de FeedCarrier testen. Deze voerrobot navigeert zelf tussen voeropslag en stal, met sturing op alle vier wielen. De robot rijdt op lithiumbatterijen.

DeLaval zal in het voorjaar van 2023 een rijdende distributiewagen voor de systemen introduceren.

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilma Wolters
Wilma groeide op tussen koeien en paarden, en vond dat geweldig. Ze volgde de Hogere Agrarische School in Dronten, studeerde nog 2 jaar aan de...
Deel dit bericht: Facebook Twitter WhatsApp LinkedIn

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief