Magazine | Management | Premium

Afzet bokjes in 2023 moeizaam – ‘Geboortespreiding biedt kansen’

Veel geitenhouders haalden in 2023 met gemak de 25 procentgrens voor het zelf grootbrengen van bokjes tot minimaal geschiktheid voor humane consumptie, een doelstelling uit het bokjesplan. Maar op veel plekken verliep de afzet niet soepel. Kan dat percentage de komende jaren naar 50 of zelfs 100 procent?

Dierenarts Lonneke Delhaes van veterinair adviesbureau Capralon verzorgde de afgelopen tijd op verschillende plekken in het land workshops ‘bokjes grootbrengen’. Dat deed zij op verzoek van de LTO vakgroep Geitenhouderij en het platform Melkgeitenhouderij. Volgens Delhaes zijn er vier partijen die met bokjes te maken hebben: geitenhouders, handelaren, slachterijen en verkopers/verwerkers. Geitenhouders kunnen maar één schakel zelf beïnvloeden, voor de andere drie zijn organisaties nodig om zaken op een hoger (managements)niveau aan te kaarten.

Logistiek in de knel

Het meest in het oog spingende knelpunt afgelopen jaar was een capaciteitsprobleem. Bokjes vallen voor een slachterij in de categorie ‘risicodier’, omdat zij gezien worden als uitstoot van een productiedier. Om die reden is er permanent toezicht nodig van een NVWA-dierenarts tijdens het slachten. Deze dierenarts houdt toezicht op onder andere bezoedeling en het welzijn van de dieren, test op ziektes en beslist wat er met afwijkende karkassen moet gebeuren. Naast de NVWA is er ook altijd een officieel assistent van de Kwaliteitskeuring Dierlijke Sector (KDS) aanwezig aan de slachtlijn, die afwijkende karkassen opspoort. Na zes weken leeftijd gelden bokjes overigens niet meer als risicodieren.

Dat permanente toezicht leidde afgelopen jaar tot frustratie. De NVWA beschikte voor deze groep dieren over te weinig dierenartsen en ook de KDS kampte met problemen in de bezetting, waardoor bokjes soms niet op het verwachte moment werden geslacht.Een andere reden waarom bokjes soms niet op tijd weg konden was de gezondheid. “De logistiek kwam in de knel”, schetst een geitenhoudster. “De bokjes bleven wat langer dan drie tot vier weken, ze kregen wat onder de leden en dus kwam er antibiotica aan te pas. Toen bleven ze wel acht tot tien weken, duidelijk anders dan onze bedoeling was.” Het is dan ook begrijpelijk dat geitenhouders liever geen koppelbehandeling bij bokjes inzetten.Op verzoek van de leden is het platform met de NVWA in gesprek over een grotere inzet van dierenartsen op het slachthuis. Delhaes waarschuwt wel: “Er zit een maximum aan het verhogen van de capaciteit van de slachthuizen. Meer slachten wil waarschijnlijk zeggen dat meer mensen nodig zijn. Dat maakt het niet goedkoper. Bovendien zitten de slachterijen aan een quotum. Zij mogen per kwartaal een beperkt aantal grootvee-eenheden slachten.”Verder is het slachten van een bokje echt anders dan het slachten van bijvoorbeeld een koe, en kunnen en willen niet alle slachthuizen bokjes slachten. “Voor slachters die nooit bokjes slachten, is het best lastig om te doen. Zo heb je sneller haartjes op het vlees bij bokjes en dat is bezoedeling”, weet Delhaes. “Dat er gespecialiseerde slachthuizen zijn is dus mooi.”

Er is misschien een lichtpuntje: als het afgebrande slachthuis in Twello de komende tijd weer open kan. Deze slachterij kon wel 6.000 bokjes per week aan, weet Niels van Middelkoop van LTO Geitenhouderij.

Markt is lastig

Veel bokjes gaan naar Portugal of Spanje, met tussen 4,5 en 6,2 kg geslacht gewicht. Die markt is al jaren niet veranderd of uitgebreid.

In de horeca vindt geitenlamsvlees maar sporadisch afzet. Volgens Delhaes ligt dat vooral aan het gebrek aan jaarrond vers vlees. “Restaurants willen vers vlees, dus elke week een bokje. Dat kan geen geitenhouder op dit moment leveren.”

Er zijn ook veel individuele initiatieven van geitenhouders om het geitenlamsvlees af te zetten. Zij hebben veelal zelf een markt gevonden of gecreëerd.

Lamsvlees is, deels door de hoge slachtkosten, duur vergeleken met andere vleessoorten. Daardoor trekt het een klein segment van de kopers. Kan er iets aan de prijs van lamsvlees gedaan worden, dan zou de markt misschien groter worden.

Een goede kwaliteit van de bokjes is onontbeerlijk voor een goede afzet.

Kwaliteit staat voorop

Bokjes zijn een onderdeel van je bedrijfsvoering en om alle bokjes op een goede manier groot te brengen tot minimaal geschiktheid voor humane consumptie, is kwaliteit onontbeerlijk. “Voorop moet staan dat er altijd goede bokjes worden geleverd”, zegt Delhaes daarover. “Wie weet kan de prijs dan in de toekomst wel wat beter worden”, voegt ze er hoopvol aan toe. Overigens is de kwaliteit van Nederlandse bokjes die voor slacht worden aangeboden de laatste jaren al prima, aldus Delhaes.Om die kwaliteit goed te houden is goede huisvesting belangrijk. Deelnemers aan de workshops noemen allerlei opties: het achterhuis, een tent, zeecontainer, 10 procent minder geiten houden en op die plek in de stal lammeren zetten, kalverhutten of iglo’s. “Hoe en waar je de bokjes ook huisvest, het klimaat moet er goed voor elkaar zijn”, vindt Delhaes. “Het mag niet zo zijn dat als we 100 procent van de bokjes zelf grootbrengen tot geschiktheid voor humane consumptie, deze dieren ziek worden waardoor we ze moeten behandelen en er mindere kwaliteit geleverd wordt. Het mag geen ‘prutsen’ worden.”Naast klimaat is goed voeren belangrijk. Delhaes: “Zorg voor goede biest en voer de bokjes goed. 220 gram poeder voor een bokje kan, maar pas wel op voor diarree. Geef eventueel wat vettere poeder.” Geitenbiest heeft de voorkeur, maar daar kleven risico’s aan op het overbrengen van ziektes. Het voeren van de eerste melk na de biest, ongeveer van de eerste drie dagen, vindt de dierenarts ook een goede optie. Daar zitten veel voedingsstoffen in. “Voer je goed, dan groeien bokjes hard en hoeven ze minder oud te worden voor het juiste gewicht. Als ze minder lang op het bedrijf zijn, beperk je het ziekterisico.”

Een vlakker aanleverpatroon zou in theorie de capaciteitskwestie oplossen.

Geboortespreiding

Een afdeling bouwen mag in sommige gevallen niet (provincie Noord-Brabant) of het kan gewoonweg niet uit. “Is geboortespreiding dan de enige oplossing?”, vraagt Delhaes zich hardop af. “Dat moet je wel kunnen en willen, en het moet je passen.”

Met name de bedrijfsomvang en -inrichting is bepalend voor hoe geitenhouders de opfok uitvoeren – er is dus een grote verscheidenheid. Diverse factoren hebben invloed hebben op het aantal aflamperiodes in een jaar, zoals de benutting van de opfokruimte, de arbeidspiek, de inzet van personeel, maar ook de onrust in de stal tijdens ritsheid en de lagere drachtresultaten in de zomerperiode.

Geboortespreiding kan op veel manieren: jaarrond de bok erbij, twee groepen in het voorjaar, driemaal per jaar aflammeren, een voor- en najaarsgroep. Twee aflamperiodes in het jaar komt veel voor – in het voorjaar en najaar, maar bijvoorbeeld ook in december en januari. De ene geitenhouder kiest voor zo kort mogelijke aflamperiodes: “Dan is het even buffelen en ben je er daarna vanaf. Zo houd je ook echt de focus erop.” De ander heeft aflamperiodes van enkele weken: “Dan kan ik er gemakkelijker personeel opzetten.” Ook de betere benutting van de opfokruimte wordt genoemd als voordeel bij een langere aflamperiode. Overigens pleit een andere geitenhouder voor leegstand gedurende een aantal maanden, dat komt de gezondheid van de volgende groep lammeren ten goede.

Je kunt ook in overleg met je handelaar gaan. Wanneer kan die de bokjes het beste gebruiken? Misschien kun je daar je geboortes op laten aansluiten. Pasen en kerst zijn bij uitstek periodes dat er veel bokjes afgezet kunnen worden, weet Delhaes. “Als dat betekent dat je dan drie weken later de bok erbij doet, is dat dan het overwegen waard?”Geitenhouders die ook in de zomerperiode aflammeren, hebben wel tips om de geiten drachtig te krijgen: doe twee keer zoveel geiten bij de bok als nodig is, zet veel bokken bij de geiten of pas ki toe. Delhaes voegt eraan toe: “En vergeet niet lichtschema’s toe te passen: zowel de bok als de geit zes weken in het donker zetten.”

Op hoger niveau aangekaart

Sinds dit jaar is er een periodiek overleg opgezet tussen NVWA, LTO, NGZO, COV (slachterijen) en Vee&Logistiek (veehandelaren). In het voor- en najaar zijn deze partijen bij elkaar gekomen om te evalueren en problemen op te lossen. “Er komen veel ideeën voorbij, maar die zullen niet allemaal in de praktijk tot verandering leiden”, aldus Niels van Middelkoop die namens de LTO vakgroep Geitenhouderij bij de bijeenkomsten aanwezig is.

De overleggen hebben tot dusver niet tot concrete afspraken geleid, maar er komen zeker interessante dingen uit voort, vindt Van Middelkoop. Hij noemt het feit dat het permanent toezicht van een NVWA-dierenarts bij bokjes nodig is tot een leeftijd van zes weken. “Dat is interessant, want veel bokjes, wel 30 tot 40 procent, wordt ouder dan zes weken geslacht. Die bokjes kunnen dus naar een andere slachterij toe, eentje die werkt zonder permanent toezicht.

”Verder zet Van Middelkoop in op het verlagen van de verplichte permanent-toezichtgrens van zes weken naar twee weken leeftijd. “Het gaat hier om een interpretatie van de Europese regel dat voor dieren waarbij problemen verwacht worden, met name rondom welzijn of voedselveiligheid, permanent toezicht tijdens het slachten nodig is. De NVWA bepaalt zelf welke dieren daaronder vallen. Een goed argument om het permanent toezicht bij het slachten van bokjes te verlagen tot twee weken, is dat oudere bokjes, van een week of vier, geschikt zijn voor humane consumptie en dat daar andere issues spelen dan bij bokjes van een week oud.” De slachterijen en handelaren vinden dit ook een interessant idee, zegt Van Middelkoop. “Het slachten van bokjes is erg geconcentreerd bij een paar slachterijen. Want die slachterij om de hoek die normaal gesproken alleen andere diersoorten slacht, wil voor honderd bokjes de heisa niet om een dure dierenarts van NVWA te laten komen en dat in te passen in de planning. Dat zou dan veel minder spelen.

”Verder is uit het overleg gebleken dat de slachtcapaciteit van de NVWA op zo’n 8.000 bokjes per week ligt en zo’n 2.000 bokjes per week in België, totaal dus 10.000 bokjes per week. GD becijferde dat er in 2022 maar twee weken waren waarin meer dan 8.000 bokjes zijn geboren. “Dat er dus toch veel problemen waren, strookt niet met het geboortepatroon. Een voorzichtige conclusie van mij is dat het slachten spaak loopt in maart. Bokjes die in januari en februari zijn geboren worden grootgebracht tot geschiktheid voor humane consumptie, dus zijn dan vier tot zes weken oud en dan is het maart – en in maart zijn er ook nog geitenhouders die willen slachten op één week leeftijd. In die periode wordt er dus meer aangeboden dan dat er geboren wordt”, verklaart Van Middelkoop. Dus wanneer alle geitenhouders de bokjes grootbrengen van vier tot zes weken leeftijd, zoals het bokjesplan voorschrijft voor 2025, ontstaat er een vlakker aanleverpatroon bij de slachterijen, en is in theorie het capaciteitsprobleem opgelost.

Andere kansen

Veel geitenhouders, en ook dierenarts Delhaes, denken dat het grootbrengen van bokjes verder verbetert als er een vergoeding tegenover staat. Het tegenovergestelde geldt op dit moment voor veel bedrijven: er moet geld bij.

Geitenlamsvlees is een gevolg van melkproductie. Een geitenhoudster oppert dat melkverwerkers en vleesverwerkers met elkaar gaan praten. “Misschien kunnen ze elkaar helpen of iets voor elkaar betekenen?

Communicatie kan beter

Delhaes pleit voor een goede communicatie tussen geitenhouder en handelaar om zoveel mogelijk aan de wensen en verwachtingen van beide partijen te kunnen voldoen. “Die communicatie kan volgens mij beter. Als jij tweehonderd dieren hebt afgesproken maar je levert er vierhonderd, dan kan een slachterij daar niet op anticiperen. En andersom ook: geef het tijdig door als de bokjes ziek zijn en je ze niet kunt leveren op het afgesproken moment.”Goede communicatie over dieraantallen en het moment van leveren, had een deel van de problemen die in 2023 speelden kunnen voorkomen. De dierenarts tipt nog: “Als de bok erbij is gegaan, kun je al een grove schatting maken hoeveel bokjes je in welke week kunt leveren. Geef dat vast door aan de handelaar. Kleine aanpassingen kun je later altijd doorgeven.”

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilma Wolters
Wilma groeide op tussen koeien en paarden, en vond dat geweldig. Ze volgde de Hogere Agrarische School in Dronten, studeerde nog 2 jaar aan de...
Meer over:
Management
Deel dit bericht: Facebook Twitter WhatsApp LinkedIn

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief