Lammeren | Magazine | Premium

Leeftijdsafdelingen maken

Het maken van verschillende afdelingen in de lammerenstal met een leeftijdsspreiding van maximaal drie weken, draagt bij aan het bereiken van het optimale stalklimaat. Maar eenvoudig is het niet om continu een perfect stalklimaat voor lammeren te handhaven.

Het zo perfect mogelijke stalklimaat vraagt in elke stal en op elk moment van de dag specifieke maatregelen, concludeert Melissa de Jong in haar onderzoeksstage. De Jong is derdejaars student aan de HAS green academy in Den Bosch en ze liep twintig weken stage bij The Schippers Group waar ze het klimaat in de lammerenstal onder de loep nam. “Ziektes door een suboptimaal klimaat kun je vaak goed behandelen – vaak met antibiotica –, maar je lost het niet echt op als je niks aan het klimaat doet.” De Jong hield interviews met klimaat- en lammer­specialisten en hoorde dat die het een behoorlijke uitdaging vinden om het stalklimaat bij lammeren doorlopend perfect te houden.

Klimaat instellen bij lammeren is niet eenvoudig.

Niets zo veranderlijk als het weer

Het optimale stalklimaat wordt beschreven in streefwaarden, het gaat daarbij om richtlijnen. Volgens De Jong zijn geitenhouders veelal bekend met die streefwaarden, maar lopen zij vast op het praktisch toepassen in de stal. Het stalklimaat is afhankelijk van meerdere factoren zoals bezetting, totaal aantal dieren in de ruimte, temperatuur, relatieve luchtvochtigheid, luchtsnelheid, CO2-concentratie, NH3-concentratie, het buitenklimaat. Dat laatste heeft grote invloed op het klimaat in de stal, kan snel veranderen en is natuurlijk niet te sturen. Daarom moeten weersinvloeden zoveel mogelijk buiten worden gehouden. Klimaatspecialist bij FarmConsult Jan van den Brink en adviseur bedrijfsontwikkeling bij Agrifirm Exlan Elroy Vlemminx adviseren daarom mechanische ventilatie. Dat brengt dan wel kosten met zich mee, ook omdat het gepaard moet gaan met verwarming, maar de combinatie van stoken en ventileren zorgt volgens Vlemminx voor een goed – fris en constant – klimaat, zeker in de koudere periodes.

Door te ventileren wordt er verse lucht aangevoerd zodat het zuurstofgehalte in de stal niet te veel zakt en stoffen zoals CO2 niet kunnen ophopen. Het instellen van een minimum ventilatieniveau kan voor voldoende instroom van verse lucht in de stal zorgen. Daarnaast draagt het sturen van de minimumventilatie op basis van de CO2-concentratie bij aan een betere en meer constante luchtkwaliteit, blijkt uit onderzoek. Van den Brink is van mening dat de CO2-concentratie in de lammerenstal maximaal 2.500 ppm mag zijn. “Maximaal 2.000 ppm is misschien wel beter voor de jongste lammeren.”

In de lammerperiode is het vaak nog koud, en als een lam altijd in de kou zit houdt het geen energie over om te groeien. Verwarmen is dus het advies. “Als je stookt wordt het warmer en droger en krijgen bacteriën minder kans, dus verlaag je de infectiedruk. Maar een afdeling met vijf lammeren heel hard stoken gebeurt niet omdat het veel geld kost en vaak wordt gedacht dat het niets oplevert”, aldus De Jong. “Maar het levert wel wat op, denk ik, want je onderdrukt de factoren die problemen kunnen veroorzaken.”

Afdelingen voor de lammeren kunnen op verschillende manieren gemaakt worden.
Ook de inrichting ervan kan variëren.

Ammoniak verlagen niet gemakkelijk

Uit onderzoek op Belgische en Nederlandse melkgeitenbedrijven is geconcludeerd dat 8 ppm de maximale ammoniakconcentratie mag zijn voor lammeren. De onderzoekers van Odisee Hogeschool en het Louis Bolk Instituut schrijven dat een te hoge NH3-concentratie in de stal irritatie veroorzaakt van oog- en neusslijmvlies en aan de cellen van de voorste luchtwegen. ‘Door de irritatie van de voorste luchtwegen wordt de inkomende lucht minder goed gezuiverd op stof en ziekteverwekkers. Hierdoor draagt een te hoge ammoniakconcentratie bij aan de kans op het ontstaan van luchtwegproblemen.’

Het is niet eenvoudig om de NH3-concentratie te verlagen, merkte klimaatspecialist Van den Brink. Hij vindt dat er eerst gekeken moet worden naar de bodembedekking. “Bij strooisel is het belangrijk om op tijd uit te mesten en ook regelmatig op te strooien zodat het droog blijft. Bij voorkeur uitmesten bij elke leegstand en minimaal één keer tussendoor, en opstrooien minimaal één keer per week. Bij lammeren die op roosters gehouden worden, is het belangrijk dat er een mestput onder zit die helemaal leeg kan, na afloop van de opfok, zodat er nooit een residu overblijft. Daarnaast laten veel veehouders een laagje water in de mestput lopen om de emissie van NH3 te beperken.”

Vlemminx merkt dat veel veehouders die zijn overgeschakeld van natuurlijke ventilatie naar mechanische ventilatie, aangeven dat het naar ammoniak ruikt. “Maar het is niet altijd alleen ammoniak. De stallucht wordt anders ervaren dan bij natuurlijke ventilatie, bedompter, waardoor men vaak de ventilatiecapaciteit omhoog schroeft. Hierdoor kunnen de lammeren in de tocht komen en neemt de kans op longproblemen sterk toe.”Odisee en Louis Bolk beschreven de invloed van tocht op het lam nauwkeurig: ‘Tocht veroorzaakt afkoeling van het gehele lichaam van een lam en daarbij ook van de voorste luchtwegen. Hierdoor wordt de slijmafdrijving vertraagd in de luchtwegen en is er sprake van een verminderde activiteit van de witte bloedcellen die zorgen voor de afweer tegen ziektekiemen.’ De weerstand van de lammeren verslechtert bij tocht waardoor bijvoorbeeld bacteriën die longontsteking veroorzaken de kans krijgen om zich te verspreiden. De Jong concludeert dat het waarschijnlijk beter is voor de lammeren om even in een ammoniaklucht te zitten dan om maximaal te ventileren. “Ammoniaklucht is niet direct schadelijk. Longproblemen door hard ventileren merk je levenslang bij je geiten.”

Luchtvochtigheid sturen is lastig

De luchtvochtigheid hangt voor een deel samen met de CO2-concentratie. Van den Brink legt uit: “Een indicatie voor toenemende luchtvochtigheid is een stijging van de CO2-concentratie.” Door in koudere periodes met vochtig weer extra te verwarmen, daalt de luchtvochtigheid. Bij een hogere luchtvochtigheid in combinatie met een hogere temperatuur kunnen de lammeren moeilijk hun warmte kwijt, wat vooral voor de longen schadelijk kan zijn. In de praktijk blijkt het lastig om de luchtvochtigheid te reguleren, schrijft De Jong, in de lammerenstal wordt die namelijk beïnvloed door veel factoren: de luchtvochtigheid van de buitenlucht, de staltemperatuur, waterdampvorming, door stalbezetting, drogestofgehalte van het voer en de gezondheidstoestand van de lammeren.

Temperatuur in stapjes afbouwen

Volgens hogeschool Odisee en het Louis Bolk Instituut is de streefwaarde voor de temperatuur in een lammerenstal tussen de 15 en 25˚C. Lagere temperaturen zijn niet goed voor de lammeren: ze verbruiken dan energie voor het warm houden van het lichaam in plaats van voor de groei.Van den Brink adviseert om de staltemperatuur rond de 21˚C te houden met een relatieve luchtvochtigheid van 60 tot 70 procent bij de jongste lammeren. Bij een leeftijd van vier weken kan de temperatuur langzaam afgebouwd worden naar 19˚C en met acht weken leeftijd tot 18˚C. Het is belangrijk om de temperatuur in kleine stapjes af te bouwen, bijvoorbeeld per halve graad.De staltemperatuur is sterk afhankelijk van de buitentemperatuur. Als de buitentemperatuur bijvoorbeeld 28˚C is, is het niet aan te raden om te ventileren naar 18˚C, vindt Van den Brink. Je moet dan zóveel ventileren dat er problemen ontstaan met tocht. Dan kun je beter een wat hogere temperatuur hebben. In genoemde situatie vinden beide experts het beter om te ventileren naar 22-24˚C.

Afdelingen met leeftijdsspreiding

Het perfecte klimaat voor lammeren, en specifiek temperatuur en minimum- en maximumventilatie, verschilt naar leeftijd. Er zit veel verschil tussen een lam van één week en een lam van zes weken. Als dieren van verschillende leeftijd en dus verschillend gewicht bij elkaar zitten, moet je de ventilatie afstemmen op het gemiddelde gewicht. Dat betekent kans op tocht bij de jonge lammeren en kans op een te bedompt klimaat bij de oudere lammeren. Het maken van afdelingen met een maximale leeftijdsspreiding van drie weken draagt bij aan een optimaler klimaat voor de leeftijdsgroep.

Optimale stalklimaat lammeren

leeftijd lammeren 0-3 weken 3-6 weken 6-9 weken
temperatuur 21-23˚C 19-20˚C 17-18˚C
max. CO2 2.000 ppm 2.000 ppm 2.000 ppm
max. NH3 8 ppm 8 ppm 8 ppm
luchtvochtigheid 70% 70-75% 70-75%
min. ventilatie 0,4 m3/kg lichaamsgewicht 0,3 m3/kg lichaamsgewicht
max. ventilatie 3,0 m3/kg lichaamsgewicht 1,0 m3/kg lichaamsgewicht

Tekst: Wilma Wolters, Melissa de Jong

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilma Wolters
Wilma groeide op tussen koeien en paarden, en vond dat geweldig. Ze volgde de Hogere Agrarische School in Dronten, studeerde nog 2 jaar aan de...
Meer over:
Lammeren
Deel dit bericht: Facebook Twitter WhatsApp LinkedIn

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief