Algemeen | Premium | Wetgeving en regels

Wet Dieren: nu nog geen regels voor geiten

Voorlopig staan er nog geen regels over geiten in de Wet Dieren. Het is een van de sectoren waarvoor waarschijnlijk in de tweede helft van de twintiger jaren een Algemene Maatregel van Bestuur gaat gelden.

19 maart stemden de Tweede Kamerleden voor het amendement voor de Wet Dieren dat Tjeerd de Groot (D66) en Thom van Campen (VVD) opstelden. Het amendement dat Leonie Vestering (PvdD) eerder indiende, wat als onuitvoerbaar en onhandhaafbaar is bestempeld, is niet aangenomen.
Het nu gekozen amendement van De Groot en Van Campen is volgens LTO, na enkele aanpassingen die het Nieuw Sociaal Contract daarin deed, een goede tussenweg. Jeannette van de Ven, portefeuillehouder Gezonde Dieren bij LTO: “Het geeft vooral richting waar de sector naar toe moet in 2040, met redelijke overgangstermijnen en het uitgangspunt dat investeringen die voor deze transitie noodzakelijk zijn ook daadwerkelijk terug te verdienen zijn.”

De Eerste Kamer zal het amendement van De Groot en Van Campen nog moeten goedkeuren alvorens het wet wordt, maar de verwachting is dat zij dit doet. “Het ziet er naar uit dat het voor de zomer nog in de Eerste Kamer behandeld wordt”, aldus Van de Ven.

Geit eerst nog niet

Een jaar nadat het amendement van De Groot en Van Campen is aangenomen, moet de Algemene Maatregel van Bestuur voor de grote sectoren melkvee, varkens, pluimvee en kalveren in werking treden. Die sectoren zijn al ver met de invulling van wat dierwaardigheid voor de betreffende diersoort betekent, en hoe dat eruit ziet.
Voor de kleinere sectoren eenden, kalkoenen, konijnen en geiten volgt later invulling van het amendement. “Eerst zal voor die diersoorten de definitie van dierwaardigheid helder opgeschreven moeten worden. En wat dat inhoudt; welke eisen de geit daaraan stelt en hoe we dat voor ons zien.” Van de Ven verwacht dat voor deze sectoren in de jaren 2026-2028 een Algemene Maatregel van Bestuur gaat gelden omtrent regels over dierwaardigheid. “Dat wil niet zeggen dat LTO voor die sectoren achterover gaat leunen. We kijken mee bij de grote sectoren en ondersteunen die ook. Als het voor hen goed geregeld is, is dat voor de kleine sectoren ook beter.”
Bovendien zouden best wat zaken die voor andere sectoren worden afgesproken, deels overgenomen kunnen worden. Van de Ven denkt dan bijvoorbeeld aan het indelen van een stalsysteem in functiegebieden; een gebied om te eten, een ander gebied om te spelen.

Wachten op kabinet

Voordat er daadwerkelijk invulling kan worden gegeven aan het amendement, zal er een nieuw kabinet moeten zijn. “Dan kunnen we aan de voorkant coalitieonderhandelingen voeren, niet achteraf. Die onderhandelingen zijn onder andere om vast te stellen hoeveel geld het kabinet uittrekt waarmee de sectoren aanpassingen kunnen doen en of er een onafhankelijke autoriteit wordt opgericht die de dierwaardigheid controleert.”
Met een dergelijke autoriteit, vergelijkbaar met de Sda voor antibiotica, hoopt Van de Ven dat de discussie rondom dierwaardigheid een minder politieke discussie wordt. “Die autoriteit kan aantonen hoe het ervoor staat. Dat is op feiten gebaseerd en dat doet meer recht aan de inspanningen die zijn geleverd.”

Einddoel in wet

Van de Ven uit een zorg over het aangenomen amendement. “Daarmee komt er een einddoel in de wet te staan, bijvoorbeeld dat alle zeugen in een vrijloopkraamhok moeten verblijven. Maar de randvoorwaarden staan er niet in. Dus wat de markt doet, welke vergunningen nodig zijn en dat soort zaken staat in de toelichting. De wet is handhaafbaar, de toelichting niet. Ik vraag me af of dit in balans blijft.”
Liever zou LTO zien dat er in de wet komt te staan wat je in 2026 bereikt wilt hebben, als 80 procent daaraan al voldoet. “Wij zouden daar graag meer ruimte ziet. De weg hóe we een doel gaan bereiken is nog een grote zoektocht voor iedereen, ook voor overheid. We willen naar meer oppervlakte voor een dier, bijvoorbeeld, maar koppelen daar liever nog geen norm aan. Als het doel al in de wet staat maar het lukt bijvoorbeeld vanwege achterblijvende vergunningverlening niet om dat te halen, zitten we met een probleem.”
Van de Ven zou graag meer flexibiliteit zien. “Want elk jaar dat je verder komt zal er meer resultaat uit onderzoek bekend zijn, zal de maatschappij een ander beeld hebben en flexibiliteit is dus nodig. Bovendien zijn er naast dierwaardigheid nog andere zaken waar een veehouder aan moet voldoen, zoals milieu.”

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilma Wolters
Wilma groeide op tussen koeien en paarden, en vond dat geweldig. Ze volgde de Hogere Agrarische School in Dronten, studeerde nog 2 jaar aan de...
Deel dit bericht: Facebook Twitter WhatsApp LinkedIn

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief