Ook in 2025 blijven de inkomensverschillen tussen sectoren in de Nederlandse land- en tuinbouw groot. Het gemiddelde bruto-inkomen uit bedrijf per onbetaalde arbeidsjaareenheid (aje) wordt geraamd op 129.000 euro. Dat is 11.000 euro meer dan in 2024. Dat blijkt uit de inkomensraming van Wageningen Social & Economic Research.
Voor melkgeitenbedrijven wordt het inkomen in 2025 geraamd op gemiddeld 59.000 euro per onbetaalde aje. Dat is vrijwel gelijk aan 2024, maar ligt ongeveer 40 procent lager dan het gemiddelde over de periode 2020–2024. De stabiele gangbare melkprijs zorgt ervoor dat het inkomen niet verder daalt. Tegelijkertijd stijgen kosten voor onder meer mestafzet, gebouwen, machines, arbeid en rente. Lagere voerkosten compenseren deze kostenstijgingen grotendeels.
De inkomenspositie van melkgeitenhouders steekt af tegen sectoren die juist sterk profiteren van de markt, zoals de melkveehouderij en de pluimveesector. Melkveehouders komen in 2025 uit op gemiddeld 120.000 euro per onbetaalde aje, terwijl leghennen- en vleeskuikenbedrijven recordinkomens realiseren door hoge eier- en vleesprijzen.






