Magazine | Premium | Voeren

Voederwaardering voor de geit

Afbraaksnelheid van grondstoffen in de geit bepaald

De voederwaarde van mengvoergrondstoffen voor geiten is niet exact bekend. Tot nu. Diervoerproducent ForFarmers heeft de afbraaksnelheid van een aantal veelvuldig ingezette mengvoergrondstoffen bij geiten onderzocht. Hierdoor kan in geitenrantsoenen beter gestuurd worden op productie, voerefficiëntie en gezondheid.

en geit is geen kleine koe. Dat weten geitenhouders al jaren. Maar voor de voederwaarde van verschillende grondstoffen voor geiten werd toch nog altijd gekeken naar waardes voor koeien. Eenvoudigweg omdat de voederwaarde voor geiten nooit onderzocht was, zeker niet van mengvoergrondstoffen. ForFarmers heeft samen met Universiteit Utrecht de afbraaksnelheid van mengvoergrondstoffen in geiten onderzocht. En dus kan de diervoerproducent nu voer formuleren op basis van voederwaardes specifiek voor geiten.

Voor veilig voer

“Een geit zit fysiologisch anders in elkaar dan een koe en een geit eet ook anders dan een koe. Dus wilden we de voederwaardenormen specifiek voor geiten maken. Zodat zij een veilige vertering en goede penswerking kunnen realiseren”, zo vertelt Bart Tas, innovatiemanager voor herkauwers bij ForFarmers.

Samen met de Universiteit Utrecht en met medewerking van het laboratorium Diervoeding in Wageningen, onderzocht Tas de voor geiten belangrijkste mengvoergrondstoffen op hun afbraaksnelheid in de pens van geiten. Het gaat dan om twaalf grondstoffen in geitenvoer. Zo kregen de onderzoekers een beter kloppend
beeld van hoe de grondstoffen in de geit verteerd worden.

Vergelijking tussen de afbraaksnelheid (in % per uur) van ruw eiwit in de pens van een geit en een koe. De figuur laat zien dat geiten bepaalde grondstoffen sneller en andere langzamer afbreken dan koeien.

Andere formulering

Het blijkt dat de afbraak van deze grondstoffen verschilt tussen een koe en een geit. Dat houdt in dat deze grondstoffen voor geiten een andere voederwaarde krijgen dan dat ze voor koeien heb ben. Tas: “Zo blijkt dat een geit de meeste eiwitten iets minder snel afbreekt dan een koe. De bestendigheid van de meeste eiwitten is dus wat hoger, waardoor een groter deel ervan doorstroomt naar de darmen en dus een andere manier van vertering ondergaat. Dat betekent vervolgens dat de werkelijke darm-eiwitwaarde (WDE) voor deze grondstoffen hoger wordt dan die voor koeien, waar we voorheen mee rekenden.”

In de praktijk komt het erop neer dat de grondstofsamenstelling in de brok iets wijzigt op basis van dit onderzoek naar de specifieke voederwaarde voor geiten. “Doordat we nu specifieke afbraakkenmerken voor geiten hanteren, kunnen we nog beter sturen op pensgezondheid. Zo wordt een goede penswerking en darmvertering bij geiten gerealiseerd. Dit geeft uiteindelijk een optimale voerefficiëntie en de beste melkproductie”, besluit Tas.

Je hebt zojuist een Premium-artikel gelezen.
Het aantal premium-artikelen dat je kunt lezen is beperkt. Wil je meer Premium lezen? Maak dan een gratis profiel aan.
Dit artikel komt uit vakblad Geitenhouderij
Lees meer uit deze uitgave
Dit Premium-artikel krijg je cadeau. Onbeperkt lezen? Nu proberen
Over de auteur: Wilma Wolters
Wilma groeide op tussen koeien en paarden, en vond dat geweldig. Ze volgde de Hogere Agrarische School in Dronten, studeerde nog 2 jaar aan de...
Meer over:
Voeren
Deel dit bericht: Facebook Twitter WhatsApp LinkedIn

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief