Kennispartnerbericht van Hipra

Impact van Chlamydia abortus op dier, veehouder en dierenarts

Impact van Chlamydia abortus op dier, veehouder en dierenarts

Nu we aan de vooravond staan van het lammerseizoen op veel schapen- en geitenbedrijven, bestaat de kans dat u wordt geconfronteerd met aborterende schapen of geiten. Een van de belangrijkste oorzaken van besmettelijk verwerpen is Chlamydia abortus. Los van de grote economische verliezen die optreden door verlies van lammeren, onvruchtbaarheid en een lagere melkproductie, staat de ziektekiem Chlamydia abortus ook in de belangstelling als zoönose. Vooral bij zwangere vrouwen kunnen na infectie ernstige problemen ontstaan. Naast veehouders en familie lopen voornamelijk erfbetreders zoals dierenartsen een groter risico door direct contact met zieke dieren (bron: Rapportages Monitoring Diergezondheid: Kleine Herkauwers Jaarrapportage 2021).

De besmetting van dier naar mens kan niet alleen direct maar ook indirect verlopen bijvoorbeeld via materialen die in contact zijn geweest met dieren die hebben verworpen Is er dus een probleem met abortussen door Chlamydia vastgesteld op uw bedrijf dan dienen er strenge maatregelen te worden genomen om besmetting van mensen te voorkomen! (Bron: Essig and Longbottom, Chlamydia abortus: New Aspects of Infectious Abortion in Sheep and Potential Risk for Pregnant Women).

Chlamydia abortus kenmerkt zich door verwerpen aan het einde van de dracht, het geboren worden van voldragen maar dode lammeren en geboorte van teveel verzwakte lammeren.

Insleep gebeurt meestal door aankoop van symptoomloze, jonge dieren. Deze jonge dieren kunnen latente dragers van de bacterie zijn. Sommige dieren zullen aan het eind van de dracht kunnen verwerpen of kleine, verzwakte lammeren ter wereld brengen. Er worden bij de geboorte van deze lammeren grote hoeveelheden kiemen uitgescheiden. Omdat op veel schapen-en geitenbedrijven het lammerseizoen gecentreerd is in het voorjaar, kan Chlamydia zich in korte tijd over heel veel vatbare dieren verspreiden.

Verspreiding van Chlamydia

Indien Chlamydia is vastgesteld als oorzaak van de abortus, is het zaak verdere verspreiding in te dammen. Dit valt in de praktijk vaak erg tegen. Er lammeren in korte tijd veel dieren af, waardoor het bijna onmogelijk is kruisbesmetting te voorkomen. Het is zaak om strenge hygiënemaatregelen te treffen en zieke dieren te scheiden van gezonde dieren.

Een jonge geit met uitvloeiing. Bij besmette geiten kan deze uitvloeiing erg veel Chlamydia bevatten.

Zolang er sprake is van vaginale uitvloeiing, kan Chlamydia worden uitgescheiden. In koude en vochtige omstandigheden kan de bacterie zich wekenlang goed houden, terwijl de bacterie zeer gevoelig is voor warmte, droogte, zonlicht en desinfectantia. Een ander dier wordt via de neus of bek besmet met Chlamydia. In een dier dat niet drachtig is of langer dan 120 dagen dracht heeft, zal de infectie latent worden. De infectie kan echter weer opflakkeren bij de eerstvolgende dracht door een immuniteitsdaling rond dag 90 van de dracht.

Een nageboorte (placenta) van een geit. Chlamydia geeft een ontsteking van de placenta

Door de ontsteking van de placenta zal abortus optreden. Eenmaal een dier heeft geaborteerd door Chlamydia, is de kans klein dat het dier nogmaals gaat aborteren. Dieren die hebben verworpen zijn persistent geïnfecteerd en blijven daarna in meer of mindere mate Chlamydia uitscheiden bij bronst of aflammeren.

Chlamydia kan een abortusuitbraak geven waarbij meer dan 10% van de drachtige dieren verwerpt. Als men besluit geen aanvullende maatregelen te nemen na een abortus-storm door Chlamydia, zal deze bacterie blijven sluimeren op het bedrijf.

Fig.1 Meerjarig scenario waarbij er geen aanvullende maatregelen worden getroffen tegen Chlamydia abortus

Vaak zien we een cyclisch patroon op een besmet bedrijf, waarbij er iedere 3 tot 5 jaar veel verwerpers zijn en er teveel vroeggeboortes en zwakke lammeren geboren worden. We zien de meeste abortusgevallen bij de dieren die voor de eerste keer drachtig zijn. Voorheen werd gesteld dat dieren die eenmaal hadden verworpen niet meer zouden verwerpen. Maar recentelijk is gebleken dat dieren na 3 tot 4 jaar weer vatbaarder zijn voor abortus.

Toedienen van antibiotica

Fig.2 Meerjarig scenario waarbij er bij hoogdrachtige dieren antibiotica wordt toegediend

Een tweede scenario is het preventief toedienen van antibiotica bij hoogdrachtige dieren. Er wordt bij een abortus-uitbraak geadviseerd om alle hoogdrachtige dieren herhaaldelijk te injecteren met oxytetracycline. Deze antibioticatoediening verkleint bij een acute uitbraak de kans op een Chlamydia abortus. Het vermindert de uitscheiding van Chlamydia echter niet, ook niet bij Chlamydia dragerdieren die normaal aflammeren. Antibiotica verhinderen niet dat er latente dragers ontstaan en dat Chlamydia zich op het bedrijf verspreidt. Met de nieuwe inzichten over het ontstaan van antibiotica resistentie en de maatschappelijke druk om minder antibiotica te gebruiken, wordt geadviseerd om alleen maar antibiotica te gebruiken in acute situaties en bij zieke dieren. Als het preventief antibioticagebruik stopt, is er meteen weer een opflakkering te verwachten van het aantal dieren met Chlamydia abortus.

Beide scenario’s (niets doen en preventief antibioticagebruik) hebben gemeen dat de infectie in stand blijft op het bedrijf. Het percentage geïnfecteerde dieren stijgt in de loop van de jaren en na verloop van 3 tot 5 jaar ontstaat er weer een nieuwe abortusgolf.

Er bestaan tegenwoordig ook nog andere mogelijkheden om een probleem met Chlamydia abortus op uw geitenbedrijf aan te pakken. In 2005 is er een protocol opgesteld (Chlamydophila abortus. Een toenemend risico voor de volksgezondheid en een schadepost voor de schapen- en geitenhouderij). Het eerste doel van dit protocol is het aantal abortusgevallen zo laag mogelijk te houden. Daarnaast dient het risico voor de volksgezondheid zo veel mogelijk te worden beperkt, zeker op bedrijven met een publieke functie.

Overleg met uw dierenarts naar de mogelijkheden om deze ziekte te diagnosticeren en hoe u uw dieren kan beschermen tegen Chlamydia abortus of neem direct contact op met één van onze dierenartsen: Jessica Hartjes, 06-3800 8533 (Nederland), Niels Groot Nibbelink (Zuid Nederland) 06-8100 2036, Ruth Meenks (Noord Nederland) 06-1370 2817, Sabine Hoogeveen (West Nederland) 06-8279 0165 of Anne-Lynn Geertshuis (Oost Nederland) 06-2046 9304.

Hipra
Over Hipra
HIPRA is een veterinair pharmaceutisch bedrijf dat zich toegelegd heeft op het onderzoek, de productie en het op de markt brengen van producten voor Animal Health. Het familiebedrijf HIPRA is opgericht in 1954 een heeft het hoofdkantoor in Amer (ten Noorden van Barcelona) in Spanje.

Melkprijzen

NieuwsbriefGeitenmelkprijsvergelijking uitgevoerd door AgriMedia bv.
Bekijk de melkprijzen

Nieuwsbrief Geitenhouderij

Nieuwsbrief